Class 2 Dutch

Once you have translated a line of English text, replace the English text with the new translation.
Please do not change the time codes.

Class 2

0:00:01.439,0:00:04.780
»NEIL SMITH: Wat ik mij herinner
van toen, is hoe tekstueel

0:00:04.780,0:00:06.120
de discussie was.

0:00:06.120,0:00:08.599
En mijn aanvoelen, met het spreken tot je studenten

0:00:08.599,0:00:13.509
is dat het nog de kern is
van wat je wil doen met het boek,

0:00:14.869,0:00:15.900
maar dat je

0:00:15.900,0:00:18.960
lesgeven is geëvolueerd

0:00:18.960,0:00:20.770
en gewijzigd.

0:00:20.770,0:00:25.230
Het is nu breder, niet meer
rond een tafel,

0:00:25.230,0:00:30.240
waar je een leesgroep hebt, maar
groter. Je hebt zeker een zelfde mix van

0:00:30.240,0:00:35.360
academici, studenten, talent,
activisten, enz.

0:00:35.360,0:00:39.230
Terzelfdertijd denk ik dat je aanpak
van het

0:00:39.230,0:00:45.560
boek ook veranderd is.
Zo stel ik mij de vraag, of je dit wil toelichten.

0:00:45.560,0:00:49.950
»DAVID HARVEY: Een van de
mooie dingen hier van is,

0:00:49.950,0:00:51.790
als je er over denkt,

0:00:51.790,0:00:57.470
lesgeven over een zelfde boek voor bijna 40
jaar, dat lijkt ongelooflijk vervelend om doen.

0:00:57.470,0:01:01.150
En veel mensen, indien zij een
zelfde cursus 40 jaar lang zouden geven,

0:01:01.150,0:01:02.670
zouden gek worden

0:01:02.670,0:01:04.220
van het te doen. Maar

0:01:04.220,0:01:07.740
elke keer vind ik
een nieuwe invalshoek.

0:01:07.740,0:01:12.329
En de nieuwe invalshoek is soms iets
dat ik eerder niet zag en nu in het oog springt

0:01:12.329,0:01:15.439
als zeer betekenisvol.

0:01:15.439,0:01:19.090
Een ander ding dat gebeurt,
is dat de omstandigheden veranderen,

0:01:19.090,0:01:21.170
belangen wijzigen,

0:01:21.170,0:01:24.250
de intellectuele achtergrond
waarmee ze komen tot

0:01:24.250,0:01:26.130
Het Kapitaal wijzigt, dus

0:01:26.130,0:01:29.190
deze tekst

0:01:29.190,0:01:30.830
plaatsen in de

0:01:30.830,0:01:36.570
wijzigende historische en geografische
omstandigheden is eigenlijk… eigenlijk op zich,

0:01:36.570,0:01:40.930
een erg interessante oefening. Dat heeft
mij altijd geprikkeld.

0:01:40.930,0:01:44.060
Het andere dat gebeurde is dat er

0:01:44.060,0:01:47.750
vele zaken in het
boek zijn die ik niet eerder zag - deels

0:01:47.750,0:01:51.420
omdat ik er door ga met verschillende mensen,
die het zien uit andere invalshoeken, dat ik

0:01:51.420,0:01:55.170
begin te kijken vanuit hun gezichtspunt en
dan nieuwe dingen zie.

0:01:55.170,0:02:00.400
Deels ook omdat mijn eigen
intellectuele interesse gegroeid en verplaatst

0:02:00.400,0:02:01.580
is en daarom,

0:02:01.580,0:02:03.310
in zekere zin ben ik

0:02:03.310,0:02:07.830
verandert in de wijze dat ik denk over
Het Kapitaal en het lesgeven, afhankelijk van

0:02:07.830,0:02:14.830
de omstandigheden
waarover ik vandaag schrijf.

0:02:14.830,0:02:19.830
» Citaten komen uit de Lipschits vertaling, De Boer,
Hilversum, 1967.
Ondertiteling: A. Verlee. Controle C. Bal. «

0:02:29.029,0:02:32.299
Ik ben benieuwd te weten hoeveel van jullie

0:02:32.299,0:02:35.529
de twee hoofdstukken gelezen hebben?

0:02:35.529,0:02:42.529
Wow. Hoeveel niet?

0:02:42.659,0:02:49.059
Niet meer doen.

0:02:49.059,0:02:52.729
Eén van de dingen die ik voorstelde was,

0:02:52.729,0:02:56.399
dat het een goed idee was te kijken

0:02:56.399,0:03:00.799
- bij een bepaald gedeelte - naar

0:03:00.799,0:03:06.099
de hoofdgedachte,
omdat op die wijze je je een beeld kan

0:03:06.099,0:03:08.729
maken over wat het gaat.

0:03:08.729,0:03:12.299
De laatste keer behandelden we

0:03:12.299,0:03:14.099
deel 1

0:03:14.099,0:03:16.919
van hoofdstuk 1

0:03:16.919,0:03:20.550
en stelde ik voor dat je het
opbrak in een eenvoudige

0:03:20.550,0:03:22.179
structuur

0:03:22.179,0:03:24.359
die hier op lijkt.

0:03:24.359,0:03:30.299
Marx start met de waar

0:03:30.299,0:03:33.329
als het fundament

0:03:33.329,0:03:37.680
van zijn onderzoek van de
kapitalistische productiewijze,

0:03:37.680,0:03:39.219
onmiddellijk suggererend dat het een

0:03:39.219,0:03:43.099
duaal karakter heeft: het heeft gebruikswaarde

0:03:43.099,0:03:50.099
en ruilwaarde.

0:03:52.199,0:03:57.609
Het mysterie van de ruilwaarde was haar
heterogeniteit die bestaat

0:03:57.609,0:04:03.289
uit gebruikswaarde, die op een of andere wijze

0:04:03.289,0:04:05.669
compatibel, meetbaar is.

0:04:05.669,0:04:07.289
En zo

0:04:07.289,0:04:11.219
argumenteert Marx, moet er
iets zijn dat ligt achter de

0:04:11.219,0:04:16.559
ruilwaarde die de meetbaarheid verklaart.

0:04:16.559,0:04:22.109
En wat dat is, ligt
achter de notie van waarde.

0:04:22.109,0:04:25.119
Hij definieert dat als

0:04:25.119,0:04:32.119
sociaal noodzakelijke arbeidstijd.

0:04:39.430,0:04:44.199
Om sociaal noodzakelijk te zijn moet

0:04:44.199,0:04:48.430
de arbeid gespendeerd aan iets
een gebruikswaarde hebben voor iemand.

0:04:48.430,0:04:50.389
Zo koppelt Marx terug naar

0:04:50.389,0:04:54.129
de gebruikswaarde en je begint waarde te zien

0:04:54.129,0:05:01.849
als een samen komen van gebruiks- en ruilwaarde
in het concept van sociaal noodzakelijke arbeidstijd.

0:05:01.849,0:05:06.180
Als je nu jezelf de vraag stelt wat
de structuur is van de

0:05:06.180,0:05:08.389
volgende 2 delen,

0:05:08.389,0:05:10.729
gaat het als dit:

0:05:10.729,0:05:13.030
Hij concentreert zich op

0:05:13.030,0:05:15.430
arbeidstijd.

0:05:15.430,0:05:17.300
Hij heeft al

0:05:17.300,0:05:21.020
onderscheid gemaakt tussen

0:05:21.020,0:05:25.079
de geweldige variëteit van arbeidstijd
dat gespendeerd kan zijn

0:05:25.079,0:05:27.919
en dat wat hij abstracte arbeid noemt.

0:05:27.919,0:05:32.199
Hier neemt hij het begrip dat hij vermelde

0:05:32.199,0:05:34.069
in het eerste deel

0:05:34.069,0:05:38.270
en splitst het uit, zeggende,
sociaal noodzakelijke arbeidstijd

0:05:38.270,0:05:40.629
heeft twee aspecten:

0:05:40.629,0:05:45.000
concrete arbeid

0:05:45.000,0:05:50.150
en abstracte arbeid,

0:05:50.150,0:05:54.429
en spreekt over het
verschil tussen de twee.

0:05:54.429,0:05:58.939
Maar uiteindelijk is er maar één arbeidsproces. Het
is niet dat het ene het concrete doet

0:05:58.939,0:06:01.280
en het andere het abstracte.

0:06:01.280,0:06:04.720
Nee, er is één arbeidsproces
en dat heeft een duaal karakter.

0:06:04.720,0:06:08.150
Het is concreet en abstract tegelijk.

0:06:08.150,0:06:10.609
De vraag is hoe te bepalen

0:06:10.609,0:06:16.679
wat de abstracte waarde is in
de waren die je produceerde?

0:06:16.679,0:06:21.689
En het antwoord kan slechts
gevonden worden op het moment dat

0:06:21.689,0:06:28.689
abstracte en concrete arbeid samen
komen op het moment van de ruil.

0:06:34.889,0:06:41.889
We gaan dus kijken naar de ruil en de
wijze waarop ruil de

0:06:42.120,0:06:43.780
waarde uitdrukt,

0:06:43.780,0:06:48.039
waarde representerend, omdat
we weten dat waarde een sociale verhouding is,

0:06:48.039,0:06:51.899
is het daarom immaterieel.

0:06:51.899,0:06:56.719
Wat we uit de ruil hebben,
komende uit de ruil, is

0:06:56.719,0:07:00.129
opnieuw een dualiteit.

0:07:00.129,0:07:17.889
Relatieve en equivalente vormen van waarde.

0:07:17.889,0:07:23.449
En deze relatieve en equivalente vormen van
waarde versmelten eventueel op het einde van

0:07:23.449,0:07:28.339
dit lange, en in mijn opinie enigszins gezwollen,
3e deel,

0:07:28.339,0:07:31.629
in het idee
dat er een

0:07:31.629,0:07:36.699
wijze is waarop
waarde uitgedrukt wordt.

0:07:36.699,0:07:38.769
Het wordt uitgedrukt

0:07:38.769,0:07:48.299
in de vorm van een geldwaar.

0:07:48.299,0:07:53.099
Je zal dit verder willen behandelen in het
volgende deel, de geldwaar verbergt iets,

0:07:53.099,0:07:55.619
het verbergt de sociale verhoudingen.

0:07:55.619,0:07:57.870
Het volgende deel gaat over

0:07:57.870,0:08:00.209
de wijze waarop

0:08:00.209,0:08:03.220
er sociale relaties zijn
tussen dingen, en materiële

0:08:03.220,0:08:06.490
relaties tussen mensen.

0:08:06.490,0:08:08.919
Nu kan je een patroon

0:08:08.919,0:08:12.099
zien opduiken in de aard van de redenering.

0:08:12.099,0:08:15.669
Er is een ontwikkeling aan de gang.

0:08:15.669,0:08:19.569
Er is een expansie van het argument.

0:08:19.569,0:08:22.900
En als je kijkt naar de logische structuur

0:08:22.900,0:08:29.900
van de redenering in Het Kapitaal, zie je
dat het continu op deze wijze expandeert.

0:08:29.969,0:08:33.800
De klassieke wijze van denken in
de hegeliaanse logica is natuurlijk

0:08:33.800,0:08:36.110
these-antithese-synthese.

0:08:36.110,0:08:39.010
Maar dit zijn geen synthetische momenten.

0:08:39.010,0:08:41.759
Het zijn punten die een spanning internaliseren,

0:08:41.759,0:08:43.320
een contradictie

0:08:43.320,0:08:45.090
die verder moet

0:08:45.090,0:08:48.200
uitgewerkt en bekeken worden.

0:08:48.200,0:08:51.070
In dit deel, het eerste, hebben

0:08:51.070,0:08:56.690
we het argument dat er een onderscheid is
tussen abstracte en concrete arbeid, nu

0:08:56.690,0:08:58.970
werken we het uit.

0:08:58.970,0:09:01.960
En daaruit komt een
begrip hoe een

0:09:01.960,0:09:05.510
ruilproces een
representatie maakt van de waarde

0:09:05.510,0:09:07.140
in de geldwaar,

0:09:07.140,0:09:08.990
de geldvorm,

0:09:08.990,0:09:15.360
het universele equivalent,
zoals hij het stelt.

0:09:15.360,0:09:19.850
Zo zie je
hoe dit proces van

0:09:19.850,0:09:24.480
representatie zich ontwikkeld in Het Kapitaal.

0:09:24.480,0:09:26.870
Natuurlijk, op elk punt

0:09:26.870,0:09:30.680
hier, maakt hij vele
andere observaties.

0:09:30.680,0:09:33.760
Dit, zo je wil, is het

0:09:33.760,0:09:39.050
kader van de redenering. Maar
tijdens het opbouwen van zijn argumenten bouwt

0:09:39.050,0:09:41.820
hij extra elementen.

0:09:41.820,0:09:44.400
En deze extra elementen zijn ingebouwd,

0:09:44.400,0:09:48.510
wat we zien
is een graduele

0:09:48.510,0:09:53.240
expansie, niet enkel in termen
van een lineaire uitbreiding

0:09:53.240,0:09:55.340
als deze. Het gaat van een

0:09:55.340,0:10:00.220
erg smalle opvatting van de waar
naar een brede en breder en bredere opvatting

0:10:00.220,0:10:05.110
als hij werkt met
deze verschillende elementen.

0:10:05.110,0:10:10.220
Het ziet er
zeer concreet uit in dit

0:10:10.220,0:10:14.020
tweede deel.

0:10:14.020,0:10:19.370
Hij begint
op pagina [6]

0:10:19.370,0:10:24.210
waar hij bescheiden de claim maakt
dat: "Dit tweevoudige karakter van de

0:10:24.210,0:10:31.160
in de waar belichaamde arbeid werd door
mij voor het eerst op kritische wijze aangetoond.

0:10:31.160,0:10:38.020
Aangezien men hiervan uit moet gaan om de economie
te begrijpen, zullen wij er nader op ingaan."

0:10:38.020,0:10:40.010
Dit is beleefd zeggen:

0:10:40.010,0:10:44.960
in de mate dat de klassieke politieke
economie nooit dit onderscheid maakte,

0:10:44.960,0:10:48.280
zij met haar politieke economie fout zijn,

0:10:48.280,0:10:56.500
en ik ga het juist doen
omdat dit onderscheid fundamenteel is.

0:10:56.500,0:11:00.090
Nu, het eerste deel bekijkt de concrete arbeid

0:11:00.090,0:11:04.470
op dezelfde wijze dat hij
keek naar de heterogeniteit van gebruikswaarden,

0:11:04.470,0:11:09.070
hij kijkt naar de immense heterogeniteit van de

0:11:09.070,0:11:11.630
concrete arbeidsprocessen,

0:11:11.630,0:11:15.390
dat verschillende dingen produceert,
hemden en schoenen en appels en peren

0:11:15.390,0:11:16.890
en al het andere,

0:11:16.890,0:11:18.879
implicerend verschillende vaardigheden,

0:11:18.879,0:11:23.450
verschillende technieken,
verschillende grondstoffen,

0:11:23.450,0:11:28.670
en daarom is het arbeidsproces
zelf heterogeen.

0:11:28.670,0:11:31.660
Het is niet simpelweg dat er
verschillende producten gemaakt worden,

0:11:31.660,0:11:36.570
je bent ook
getuige van die verschillende arbeidsprocessen,

0:11:36.570,0:11:38.650
spinnen en weven,

0:11:38.650,0:11:44.210
schoenen maken en brood bakken enz.,
die verschillende vaardigheden vereisen in

0:11:44.210,0:11:47.760
de verbazende heterogeniteit.

0:11:47.760,0:11:51.110
Daarover gaat het.

0:11:51.110,0:11:52.990
In het proces echter

0:11:52.990,0:11:57.030
maakt hij een
verruiming van het argument.

0:11:57.030,0:12:01.160
En deze is, denk ik, van belang,

0:12:01.160,0:12:04.950
en deze beweging heeft bijna op het einde
van pagina [7]

0:12:04.950,0:12:10.520
plaats, hij zegt:

0:12:10.520,0:12:15.770
"Als schepper van gebruikswaarden,
in de hoedanigheid van nuttige arbeid,

0:12:15.770,0:12:19.510
is de arbeid dus een van iedere mogelijke

0:12:19.510,0:12:24.170
maatschappijvorm onafhankelijke bestaansvoorwaarde."

0:12:24.170,0:12:25.059
Nu, meestal zal je dit

0:12:25.059,0:12:29.499
niet bij Marx vinden, omdat zijn
aandacht gaat naar hoe de dingen werken onder

0:12:29.499,0:12:31.420
het kapitalisme. Hier zegt hij

0:12:31.420,0:12:37.190
dat gebruikswaarden geproduceerd moeten
worden, in wat voor maatschappij je ook bent.

0:12:37.190,0:12:41.610
Hij zegt "(het is) een eeuwige, uit de natuur
voortvloeiende noodzaak om de stofwisseling tussen

0:12:41.610,0:12:48.240
mens en natuur - dat wil zeggen het menselijk leven
zelf - mogelijk te maken."

0:12:48.240,0:12:50.680
Wat we hier doen

0:12:50.680,0:12:53.780
is het
introduceren van de gedachte

0:12:53.780,0:12:58.780
van een metabolische relatie tot de natuur

0:12:58.780,0:13:03.630
als iets dat
geïntegreerd moet worden in de redenering,

0:13:03.630,0:13:07.490
in de analyse.

0:13:07.490,0:13:13.340
Hij geeft in het
Het Kapitaal er niet veel aandacht aan, maar

0:13:13.340,0:13:16.770
het punt dat hij maken wil,
is te zeggen:

0:13:16.770,0:13:19.220
er is geen andere wijze om

0:13:19.220,0:13:22.179
dit gehele proces te beoordelen
zonder te kijken naar deze

0:13:22.179,0:13:25.230
metabolische relatie tot de natuur.

0:13:25.230,0:13:29.060
Hij licht een weinig toe:
"De gebruikswaarden jas, linnen, enz., kortom

0:13:29.060,0:13:33.070
de warenlichamen, zijn verbindingen
van twee elementen: materie en arbeid.

0:13:33.070,0:13:34.910
Trekt men van het totaal alle verschillende

0:13:34.910,0:13:38.430
soorten nuttige arbeid af, die in jas, linnen, enz.
zijn belichaamd, dan houdt

0:13:38.430,0:13:44.280
men steeds een
een substraat over dat zonder

0:13:44.280,0:13:49.550
menselijk ingrijpen door de
natuur wordt gegeven. In het

0:13:49.550,0:13:52.620
productieproces kan de
mens slechts op dezelfde

0:13:52.620,0:13:54.880
wijze te werk gaan als de natuur werkt."

0:13:54.880,0:13:59.250
Dit wil zeggen
in overeenstemming met de natuurwetten.

0:13:59.250,0:14:03.260
Je "(… kan enkel) slechts de vorm van de
stoffen veranderen. Sterker nog,

0:14:03.260,0:14:08.450
bij deze vervorming wordt hij
voortdurend door natuurkrachten gesteund.

0:14:08.450,0:14:13.980
De arbeid is dus niet de enige bron van de door hem
gevormde gebruikswaarden, van de materiële rijkdom;

0:14:13.980,0:14:18.140
de arbeid is zijn vader, zo zei William Petty,

0:14:18.140,0:14:20.820
en de aarde zijn moeder."

0:14:20.820,0:14:24.530
Die gender metafoor is gebruikelijk

0:14:24.530,0:14:29.190
vanaf de 17e eeuw
en Marx herhaalt eenvoudig weg

0:14:29.190,0:14:35.790
wat er was sinds
de Verlichting.

0:14:35.790,0:14:37.730
Maar merk hier op:

0:14:37.730,0:14:43.690
materiële rijkdom
is niet het zelfde als waarde.

0:14:43.690,0:14:45.240
Materiële rijkdom

0:14:45.240,0:14:50.280
zal de totale hoeveelheid zijn aan
beschikbare gebruikswaarden.

0:14:50.280,0:14:53.970
De waarde van deze gebruikswaarden

0:14:53.970,0:14:56.510
kan variëren in menige wijze.

0:14:56.510,0:14:59.580
Je kan vele gebruikswaarden hebben

0:14:59.580,0:15:03.430
en zeer weinig waarde omdat
er zeer weinig arbeid in zit,

0:15:03.430,0:15:04.710
of je kan zeer

0:15:04.710,0:15:09.360
weinig gebruikswaarden hebben met veel arbeid,
dus de relatie tussen rijkdom

0:15:09.360,0:15:13.510
en waarde is niet één-op-één.

0:15:13.510,0:15:15.580
Marx' opvatting van rijkdom

0:15:15.580,0:15:19.910
betreft de materiële vereniging

0:15:19.910,0:15:26.620
van gebruikswaarden die ons beschikbaar is.

0:15:26.620,0:15:32.930
Dan geeft hij
verdere commentaar.

0:15:32.930,0:15:39.620
Deze heterogene arbeid
bevat een raadsel.

0:15:39.620,0:15:44.180
Verschillende vaardigheden,
verschillende productieve capaciteiten van

0:15:44.180,0:15:47.900
verschillende arbeiders,

0:15:47.900,0:15:53.720
daar moeten we naar kijken, wat
hij de volgende twee pagina's doet.

0:15:53.720,0:16:00.360
Om vooruit te
gaan in zijn analyse, zegt hij,

0:16:00.360,0:16:08.070
moet hij een eenvoudige
waarde standaard scheppen.

0:16:08.070,0:16:12.690
En deze standaard heet, zoals hij zegt
op [p. 8],

0:16:12.690,0:16:16.410
"eenvoudige gemiddelde arbeid".

0:16:16.410,0:16:18.750
Nu, eenvoudige gemiddelde arbeid,

0:16:18.750,0:16:23.010
is niet constant, legt hij uit: "Weliswaar wisselt de
eenvoudige gemiddelde arbeid naar plaats en tijd

0:16:23.010,0:16:24.820
van karakter, maar voor een

0:16:24.820,0:16:28.350
bepaalde maatschappij is deze gegeven."

0:16:28.350,0:16:31.410
Dit is een stap die Marx vaak maakt.

0:16:31.410,0:16:35.370
Omwille van de analyse neem ik het aan
als gegeven, al weet ik dat het overal

0:16:35.370,0:16:36.970
varieert.

0:16:36.970,0:16:40.540
Maar omwille van de analyse
neem ik aan dat er iets is dat

0:16:40.540,0:16:42.970
heet eenvoudige gemiddelde arbeid,

0:16:42.970,0:16:48.670
wat de abstractie van de waarde is.

0:16:48.670,0:16:53.530
En verder, wat ik doe is het
nemen van de vaardigheden

0:16:53.530,0:16:57.260
en geschoolde arbeid,
eenvoudig zeggende:

0:16:57.260,0:17:03.390
"Geschoolde arbeid is niets anders dan arbeid
van een hogere orde of beter gezegd:

0:17:03.390,0:17:07.829
vermenigvuldigde eenvoudige arbeid, zodat een
kleine hoeveelheid geschoolde arbeid gelijk is aan

0:17:07.829,0:17:10.440
een grotere hoeveelheid eenvoudige arbeid."

0:17:10.440,0:17:16.630
Dan voegt hij toe: "De ervaring leert ons
dat deze herleiding voortdurend plaatsvindt."

0:17:16.630,0:17:20.330
Hij zegt ons niet welke ervaring het is,
dat dit laat zien.

0:17:20.330,0:17:26.760
Dit is eerder een problematisch argument
en voegt zich onder het

0:17:26.760,0:17:34.090
'reductie van bekwaamheid tot het eenvoudige
arbeid probleem' in veel marxistische theorieën.

0:17:34.090,0:17:38.309
Het stelt zekere moeilijkheden voor de wijze
waarop mensen Marx'

0:17:38.309,0:17:40.750
waardetheorie gebruikten. Ik wil signaleren

0:17:40.750,0:17:44.090
het feit dat deze passage iets verbergt

0:17:44.090,0:17:46.370
dat problematisch en

0:17:46.370,0:17:49.610
omstreden is

0:17:49.610,0:17:54.289
in de marxistische studies.

0:17:54.289,0:17:57.850
Wat ik hierom ga doen, is

0:17:57.850,0:17:59.630
de vraag stellen

0:17:59.630,0:18:03.370
wat we hiervan moeten denken.
Welke ervaring is het

0:18:03.370,0:18:05.530
die deze reductie laat

0:18:05.530,0:18:11.100
zien en hoe is die gemaakt?

0:18:11.100,0:18:15.309
En we gaan voorbeelden
tegen komen waar we de

0:18:15.309,0:18:20.040
redenering uitgelegd vinden.

0:18:20.040,0:18:24.400
Op het einde van die paragraaf zegt hij:
"Ter vereenvoudiging gaan wij er in het vervolg van

0:18:24.400,0:18:29.930
uit dat iedere soort arbeidskracht
direct eenvoudige arbeidskracht is, waardoor wij

0:18:29.930,0:18:32.490
niets anders doen dan ons

0:18:32.490,0:18:37.810
de moeite van het herleiden besparen."

0:18:37.810,0:18:40.100
Zoals ik opmerkte, dit is

0:18:40.100,0:18:44.480
een strategie die Marx soms gebruikt.
Hij raakt een moeilijkheid aan,

0:18:44.480,0:18:49.490
zegende: oké ik erken het, ik
vereenvoudig het

0:18:49.490,0:18:52.930
en omwille van de redenering doe ik

0:18:52.930,0:18:56.450
of deze eenvoudige gemiddelde arbeid

0:18:56.450,0:19:03.450
adequaat is tot mijn redenering.

0:19:03.910,0:19:09.400
Op [p. 9 en 10]

0:19:09.400,0:19:12.900
begint hij te
spreken over de

0:19:12.900,0:19:15.280
abstracte kwaliteiten van arbeid.

0:19:15.280,0:19:19.380
Hij verplaatst zich van
het concrete,

0:19:19.380,0:19:22.830
kijkend naar de relatie van
natuur en vaardigheden,

0:19:22.830,0:19:25.820
om meer concreet - als

0:19:25.820,0:19:31.010
ik dat zo kan stellen - naar de abstractie
van zijn redenering te gaan.

0:19:31.010,0:19:37.350
En natuurlijk in de abstractie hebben
we te maken met de kwantitatieve relatie.

0:19:37.350,0:19:42.710
En hij moet enkele dingen zeggen
over de tijdsduur van de arbeid,

0:19:42.710,0:19:46.730
hoe de tijdsduur werkt.

0:19:46.730,0:19:51.520
En het eerste dat hij opmerkt
op [p. 10]

0:19:51.520,0:19:57.360
is dat, op [p. 10], is dat
"(…)een toeneming van de hoeveelheid materiële

0:19:57.360,0:20:05.640
rijkdom gepaard gaan met een
waardedaling van die rijkdom."

0:20:07.210,0:20:11.250
Waarde is afhankelijk van menselijke productiviteit.

0:20:11.250,0:20:15.549
Zeer productieve mensen kunnen een grootte
hoeveelheid materiële rijkdom

0:20:15.549,0:20:17.410
snel produceren.

0:20:17.410,0:20:20.590
Zij kunnen minder uren werken
en de hoeveelheid materiële

0:20:20.590,0:20:24.090
waarde die ze maken kan weinig zijn
maar de hoeveelheid materiële rijkdom

0:20:24.090,0:20:25.760
enorm.

0:20:25.760,0:20:30.860
Opnieuw beklemtoont hij het
onderscheid tussen materiële rijkdom

0:20:30.860,0:20:34.200
en waarde.

0:20:34.200,0:20:39.780
Hij gaat verder met er op te
wijzen dat als verandering in productiviteit

0:20:39.780,0:20:45.070
een effect heeft op materiële rijkdom, het
niet noodzakelijk effect heeft op

0:20:45.070,0:20:47.780
de creatie van waarde.

0:20:47.780,0:20:51.080
We zullen momenten zien
waar dit het geval is, maar

0:20:51.080,0:20:55.140
niettemin, de verandering in productiviteit

0:20:55.140,0:21:04.000
is zelf niet direct verbonden
aan waardetransformaties.

0:21:04.000,0:21:08.540
Dat geeft de definitie op
[p. 10, onderaan]:

0:21:08.540,0:21:13.929
"…is alle arbeid besteding van menselijke
arbeidskracht in fysiologische betekenis en

0:21:13.929,0:21:18.140
in deze hoedanigheid van homogene menselijke
of abstract menselijke arbeid vormt de arbeid

0:21:18.140,0:21:20.210
warenwaarde.

0:21:20.210,0:21:23.990
Anderzijds is alle arbeid besteding
van menselijke arbeidskracht in een bepaalde

0:21:23.990,0:21:25.570
doelbewuste vorm

0:21:25.570,0:21:32.570
en in deze hoedanigheid van concrete nuttige
arbeid brengt de arbeid gebruikswaarde voort."

0:21:33.860,0:21:39.740
Wat eenvoudig betekent
dat als het zoveel uren vraagt

0:21:39.740,0:21:43.660
van eenvoudige arbeid om een jas te maken,

0:21:43.660,0:21:45.110
en je produceert tien jassen,

0:21:45.110,0:21:47.280
de hoeveelheid waarde dan 10 is.

0:21:47.280,0:21:52.290
Maak je er 15, is het 15.

0:21:52.290,0:21:53.629
»STUDENT: Maar de waarde per jas blijft het zelfde.
»HARVEY: De waarde per jas blijft het zelfde.

0:21:53.629,0:21:57.419
Hij komt dan te spreken over wat
gebeurt als de waarde per jas omlaag gaat,

0:21:57.419,0:22:04.419
waar de verandering van
productiviteit in het spel komt.

0:22:05.310,0:22:08.800
Deel 3: De waardevorm,

0:22:08.800,0:22:11.630
of ruilwaarde.

0:22:11.630,0:22:17.900
Opnieuw, wat we zien is

0:22:17.900,0:22:21.220
een openend argument dat de

0:22:21.220,0:22:28.220
aard van het probleem specificeert.

0:22:29.240,0:22:36.240
Hij begint met de discussie over
de objectiviteit van de waren

0:22:36.920,0:22:41.669
en het feit, al hebben ze
objectieve kwaliteiten, zij

0:22:41.669,0:22:45.500
niettemin, zegt hij in het
midden van [p. 11],

0:22:45.500,0:22:47.259
"In tegenstelling tot de duidelijk met

0:22:47.259,0:22:52.090
de zintuigen waarneembare realiteit
van de warenlichamen bevindt

0:22:52.090,0:22:56.940
zich in het
wezen van de waarde

0:22:56.940,0:23:02.100
geen atoom aan materie."

0:23:02.100,0:23:06.990
Hij gaat verder: "Wanneer men echter voor ogen houdt
dat de waren slechts de hoedanigheid van waarde-

0:23:06.990,0:23:11.330
massa bezitten voor zover zij de
uitdrukking zijn van dezelfde

0:23:11.330,0:23:14.840
maatschappelijke eenheid - menselijke arbeid -

0:23:14.840,0:23:22.340
dat hun hoedanigheid van
waarde dus zuiver maatschappelijk bepaald is,

0:23:22.340,0:23:25.370
dan spreekt het vanzelf," zegt hij, "dat zij als

0:23:25.370,0:23:32.370
waardemassa's slechts in de maatschappelijke
verhouding van waar tegenover waar kunnen
verschijnen."

0:23:33.690,0:23:36.430
Dit is een beetje vreemd,

0:23:36.430,0:23:40.070
in de zin dat Marx zegt

0:23:40.070,0:23:43.500
dat de waarde van een waar niet-materieel is.

0:23:43.500,0:23:48.950
Niet een atoom materie gaat
in de waarde van een waar.

0:23:48.950,0:23:51.370
Marx' fundamentele concept - waarde

0:23:51.370,0:23:53.670
is immaterieel,

0:23:53.670,0:23:58.320
maar objectief.

0:23:58.320,0:24:02.570
Dit past niet goed met het beeld van
Marx, als een

0:24:02.570,0:24:06.440
vuile materialist, voor wie alles dat niet
gedetermineerd en materieel is,

0:24:06.440,0:24:07.169
dan niets is.

0:24:07.169,0:24:09.870
Hier heb je zijn fundamentele concept van waarde

0:24:09.870,0:24:12.240
dat immaterieel is maar objectief.

0:24:12.240,0:24:16.890
En het is immaterieel omdat het een
sociale verhouding is.

0:24:16.890,0:24:20.350
Kan je sociale verhoudingen zien?

0:24:20.350,0:24:27.350
Kan je werkelijk deeltjes of atomen
of moleculen van sociale verhoudingen zien?

0:24:27.880,0:24:29.750
Je kan ze niet traceren, toch

0:24:29.750,0:24:35.660
weten we dat sociale relaties objectief zijn.

0:24:35.660,0:24:39.240
Er is een sociale verhouding tussen jullie en mij

0:24:39.240,0:24:42.480
en je kan waarnemen wat er gaande is en
zeggen: oké er is een sociale verhouding

0:24:42.480,0:24:44.880
tussen leraar en les.

0:24:44.880,0:24:48.950
En je kan er over spreken en het heeft objectieve
consequenties op het diploma

0:24:48.950,0:24:51.080
en dergelijke, maar

0:24:51.080,0:24:55.220
je kan het niet meten met atomen
en beweging, of de moleculen zien die

0:24:55.220,0:24:56.950
bewegen in de lucht,

0:24:56.950,0:25:00.320
van mijn hersenen naar jouw
hersenen of waar dan ook.

0:25:00.320,0:25:01.809
Zo is het niet.

0:25:01.809,0:25:04.950
Het is immaterieel maar objectief.

0:25:04.950,0:25:10.500
Marx zegt dus: waarde is immaterieel en objectief
als een sociale verhouding die

0:25:10.500,0:25:16.130
geobjectiveerd wordt in de waar.

0:25:16.130,0:25:18.400
En het proces van objectiveren

0:25:18.400,0:25:21.570
is natuurlijk ook een
objectivering van een proces

0:25:21.570,0:25:23.360
in een ding

0:25:23.360,0:25:27.630
omdat het proces
sociaal noodzakelijke arbeidstijd is.

0:25:27.630,0:25:31.750
Het proces is dus geobjectiveerd in een ding.

0:25:31.750,0:25:35.400
Hoe het is geobjectiveerd in het ding

0:25:35.400,0:25:39.990
is een kwestie van
aanzienlijk belang.

0:25:39.990,0:25:43.960
En meer: hoe de waar de waarde

0:25:43.960,0:25:47.970
relatie
objectief uitdrukt, als een ding.

0:25:47.970,0:25:49.970
Marx' antwoord is:

0:25:49.970,0:25:52.350
je kan niet een waar,

0:25:52.350,0:25:55.060
deze tafel

0:25:55.060,0:25:59.940
ontleden in haar chemische samenstelling
en al het andere, je kan niet van deze tafel

0:25:59.940,0:26:04.110
de waarde vinden in het
inwendige van de tafel.

0:26:04.110,0:26:08.559
Je kan enkel de waarde vinden, indien
geplaatst in een ruil relatie met

0:26:08.559,0:26:11.299
iets anders.

0:26:11.299,0:26:15.030
Later zal hij
de notie van zwaartekracht gebruiken

0:26:15.030,0:26:17.870
als gelijkaardig voorbeeld.

0:26:17.870,0:26:23.140
Het is lastig,
feitelijk onmogelijk, een steen te nemen

0:26:23.140,0:26:27.160
te ontleden en er de zwaartekracht in te vinden.

0:26:27.160,0:26:30.830
Je kan slechts de graviteit vinden als je de
steen in verhouding brengt met een andere steen,

0:26:30.830,0:26:34.590
het is enkel een relatie tussen lichamen.

0:26:34.590,0:26:39.840
En zo is het niet-materieel maar objectief.

0:26:39.840,0:26:43.900
Dit is Marx' fundamentele
concept en het is zeer belangrijk dat je

0:26:43.900,0:26:48.330
dit erkent vanaf het begin.

0:26:48.330,0:26:51.640
Wanneer iemand langs komt en zegt: Marx
is maar een van die vervelende materialisten

0:26:51.640,0:26:54.180
die geen …

0:26:54.180,0:26:57.530
Zijn funderend concept
is immaterieel maar objectief

0:26:57.530,0:26:59.910
en hierom gaat het.

0:26:59.910,0:27:02.049
En de immaterialiteit is natuurlijk

0:27:02.049,0:27:06.110
sociaal noodzakelijke arbeidstijd.

0:27:06.110,0:27:09.830
Maar om te weten wat sociaal
noodzakelijke arbeidstijd is, heb je een

0:27:09.830,0:27:13.220
verschijningsvorm nodig.

0:27:13.220,0:27:18.360
Op [p. 11 onderaan],
maakt hij modest de claim:

0:27:18.360,0:27:23.890
"Hier is het zaak te presteren wat de burgerlijke
economie zelfs nog nimmer heeft geprobeerd,

0:27:23.890,0:27:27.500
namelijk de oorsprong van de geldvorm op te
sporen. Dat wil zeggen dat de ontwikkeling moet

0:27:27.500,0:27:31.160
worden na gegaan van de in de waardeverhouding
schuilgaande waarde-uitdrukking, van de

0:27:31.160,0:27:33.830
eenvoudigste, minst spectaculaire gedaante

0:27:33.830,0:27:36.120
tot haar meest verblindende geldvorm.

0:27:36.120,0:27:43.120
Daarbij zullen we tevens het raadsel
van het geld oplossen."

0:27:44.340,0:27:48.590
Wat dan volgt is, denk ik,

0:27:48.590,0:27:53.210
een erg vervelende exegese over hoe dit werkt.

0:27:53.210,0:27:58.130
We kunnen overgaan
tot de algemene lijn van de redenering om het

0:27:58.130,0:28:02.049
werkelijk belangrijke te
zien die, opnieuw,

0:28:02.049,0:28:06.400
zijsporen lijken, zoals de relatie tot de natuur
die nu wordt opgenomen in de

0:28:06.400,0:28:07.920
redenering.

0:28:07.920,0:28:09.850
Het argument gaat als dit:

0:28:09.850,0:28:12.580
Ik heb een waar,

0:28:12.580,0:28:16.470
ik weet niet wat de abstracte waarde is.

0:28:16.470,0:28:21.080
Ik ben wanhopig om het te weten en een
maatstaf te hebben van de abstracte waarde

0:28:21.080,0:28:22.460
in mijn waar.

0:28:22.460,0:28:25.020
Jij hebt een waar.

0:28:25.020,0:28:26.919
Zo zeg ik: Oké,

0:28:26.919,0:28:29.320
ik ga de waarde meten, de

0:28:29.320,0:28:33.580
abstracte waarde van mijn waar in termen van
jouw waar. Jij hebt de equivalente vorm,

0:28:33.580,0:28:37.539
ik heb de relatieve vorm.

0:28:37.539,0:28:40.110
Als we in een ruil situatie zouden zijn,

0:28:40.110,0:28:44.190
heb jij de relatieve
vorm, relatief tot mijn equivalent.

0:28:44.190,0:28:48.570
Er zijn zo veel equivalenten als er
waren zijn, en ook zo veel relatieven als

0:28:48.570,0:28:52.470
er waren zijn.

0:28:52.470,0:28:54.109
Dit is een eenvoudige versie

0:28:54.109,0:28:55.130
dat ongeveer zegt:

0:28:55.130,0:28:57.660
Ik kan enkel bepalen

0:28:57.660,0:29:01.300
wat deze tafel waard is wanneer
het geruild is met iets anders,

0:29:01.300,0:29:05.440
en daarom is het jouw arbeid
die de maatstaf zal zijn

0:29:05.440,0:29:08.270
van de abstracte arbeid in de mijne.

0:29:08.270,0:29:12.780
Hij breidt dan uit en zegt:
Wat gebeurt bv., als ik

0:29:12.780,0:29:16.100
schoenen heb en jij wilt
geen schoenen, maar ik wil het

0:29:16.100,0:29:21.720
hemd dat jij hebt. Ik verhandel mijn schoenen voor
jouw hemd en jij neemt de schoenen en verhandelt

0:29:21.720,0:29:25.400
ze opnieuw, je
kan dit je voorstellen als

0:29:25.400,0:29:28.340
iets dat voortduurt
als maar voortduurt …

0:29:28.340,0:29:31.200
Of je kan je verbeelden
dat iemand

0:29:31.200,0:29:34.230
blikken tonijn heeft als de
enige persoon die ze heeft.

0:29:34.230,0:29:38.130
En iedereen wil ruilen met blikken tonijn,
zodat ze plots

0:29:38.130,0:29:41.060
erg belangrijk worden en daarom

0:29:41.060,0:29:44.080
een veelvoud aan waren
geruild worden met hetzelfde ding.

0:29:44.080,0:29:46.470
Marx gaat door deze verschillende

0:29:46.470,0:29:47.820
vormen

0:29:47.820,0:29:51.730
en uiteindelijk
beginnen we de neerslag te zien van

0:29:51.730,0:29:55.380
het idee dat er een waar is,

0:29:55.380,0:29:59.040
of bijzondere waren,
die

0:29:59.040,0:30:01.390
staat

0:30:01.390,0:30:04.850
voor het equivalent.

0:30:04.850,0:30:08.610
En daaruit zien we het
universeel equivalent kristalliseren.

0:30:08.610,0:30:12.330
Een waar wordt

0:30:12.330,0:30:16.230
het centrale equivalent voor alle ruil,

0:30:16.230,0:30:17.840
en die ene waar

0:30:17.840,0:30:20.820
heet de geldwaar
en het meest vanzelfsprekende

0:30:20.820,0:30:23.950
waar men aan denkt is goud.

0:30:23.950,0:30:28.350
Eén waar kristalliseert het.

0:30:28.350,0:30:31.670
Er moeten hier wat punten gesteld worden
en Marx gaat dit

0:30:31.670,0:30:34.130
meermaals doen.

0:30:34.130,0:30:38.390
Omdat dit gebeuren zou, moet de

0:30:38.390,0:30:40.720
ruil algemeen zijn,

0:30:40.720,0:30:46.590
het moet, wat hij noemt,
een 'normale sociale handeling' zijn.

0:30:46.590,0:30:49.490
Het kan geen toevallige ruil zijn,

0:30:49.490,0:30:53.420
het moet algemeen
en systematisch zijn.

0:30:53.420,0:30:56.150
Als het niet algemeen of systematisch is,

0:30:56.150,0:30:58.320
is het onwaarschijnlijk dat

0:30:58.320,0:31:03.580
goud het algemene equivalent wordt.

0:31:03.580,0:31:05.830
Maar wat je hem hier ziet doen

0:31:05.830,0:31:08.210
is erg verschillend aan de redenering

0:31:08.210,0:31:11.940
van de klassieke politieke economie.
Het zegt dat de geldvorm

0:31:11.940,0:31:15.990
komt uit de ruil verhouding.

0:31:15.990,0:31:18.700
Niet van buitenaf.

0:31:18.700,0:31:23.110
Het is niet dat iemand het
idee had: laat ons geld maken.

0:31:23.110,0:31:24.200
Niets van dat,

0:31:24.200,0:31:28.080
nee, het komt uit, in Marx' zienswijze,

0:31:28.080,0:31:31.430
eenvoudige ruilhandelingen die toenemen

0:31:31.430,0:31:34.190
tot het punt dat ze algemeen zijn

0:31:34.190,0:31:37.390
in de maatschappij.

0:31:37.390,0:31:39.700
Er is nu een interessante vraag:

0:31:39.700,0:31:45.510
Is dit een historisch of een logisch argument?

0:31:45.510,0:31:49.360
We gaan dit vaak tegenkomen
in Het kapitaal en het is iets

0:31:49.360,0:31:54.510
waaraan je moet denken.

0:31:54.510,0:31:59.010
In de 19e eeuw was er soms de tendens
Marx te begrijpen, zowel historisch als

0:31:59.010,0:32:03.399
logisch in zijn argument.

0:32:03.399,0:32:07.409
Ik denk dat de meesten die
vertrouwd zijn met

0:32:07.409,0:32:11.700
archeologie, antropologie en
geschiedenis, enz., nu zouden zeggen

0:32:11.700,0:32:16.960
dat je dit niet historisch kan opvatten.

0:32:16.960,0:32:19.170
Er zijn te veel

0:32:19.170,0:32:24.360
symbolische systemen, als munten in vele
soorten, historisch en archeologisch,

0:32:24.360,0:32:26.240
enz.,

0:32:26.240,0:32:32.080
In de afwezigheid van heldere
ruilverhoudigen.

0:32:32.080,0:32:37.040
Daarom is het wellicht beter dit niet
als een historisch argument te zien.

0:32:37.040,0:32:40.490
Maar wat het doet,
en ik denk

0:32:40.490,0:32:43.220
dat je op deze wijze moet kijken, is:

0:32:43.220,0:32:46.830
het maakt een logische redenering mogelijk

0:32:46.830,0:32:52.010
tussen de geldvorm en
de warenruil

0:32:52.010,0:32:55.960
en wat dat
historisch wil zeggen, is dit:

0:32:55.960,0:32:59.140
terwijl er vele soorten andere systemen

0:32:59.140,0:33:02.230
zijn, die je geldsystemen kan noemen

0:33:02.230,0:33:04.870
ruil van

0:33:04.870,0:33:09.110
kauri schelpen of
verhalen of wat ook,

0:33:09.110,0:33:11.950
terwijl er alle soorten
kunnen zijn van deugdelijke systemen

0:33:11.950,0:33:15.400
rond zwevend
in de mate dat een

0:33:15.400,0:33:22.350
kapitalistische warenruil algemeen
wordt en al de vormen dwingt

0:33:22.350,0:33:24.290
tot deze ene verhouding tussen

0:33:24.290,0:33:26.600
de geldvorm

0:33:26.600,0:33:32.240
en de warenvorm.

0:33:32.240,0:33:37.750
In die zin kan je stellen:
de logica van kapitalisme

0:33:37.750,0:33:41.410
en het kapitalistisch systeem,

0:33:41.410,0:33:46.030
verspreid de ruil
en wordt een normale sociale handeling,

0:33:46.030,0:33:50.070
wat dit betekent is dat

0:33:50.070,0:33:54.760
geld en waren in deze
verhouding komen,

0:33:54.760,0:33:57.440
ongeacht wat het oorspronkelijke

0:33:57.440,0:34:04.160
fundament van de geldvorm was.

0:34:04.160,0:34:09.240
Maar er zijn enige
bijzonderheden met deze redenering.

0:34:09.240,0:34:15.309
Ik wil aandacht
geven aan

0:34:15.309,0:34:19.699
stukjes taal
die betekenisvol zijn.

0:34:19.699,0:34:26.699
Op [p. 14],

0:34:30.999,0:34:32.249
in het midden,

0:34:32.249,0:34:35.999
spreekt hij over menselijke arbeid in het algemeen,
maar: "Het is echter niet voldoende

0:34:35.999,0:34:41.149
het specifieke karakter uit te drukken van de arbeid,
waaruit de waarde van het linnen bestaat.

0:34:41.149,0:34:44.259
Menselijke arbeidskracht in vloeibare toestand (…)"

0:34:44.259,0:34:48.819
Ik heb vaak en zal het vaak doen,

0:34:48.819,0:34:54.119
de aandacht gericht op de wijze waarop Marx
zich concentreert op de vloeibaarheid van dingen.

0:34:54.119,0:35:00.349
"Menselijke arbeidskracht in vloeibare toestand,
of menselijke arbeid vormt waarde, maar is zelf

0:35:00.349,0:35:07.349
geen waarde. In gestolde toestand, in die van
een object, wordt zij waarde." Door objectivering.

0:35:07.400,0:35:14.400
Opnieuw, hier is er deze proces-ding verhouding.

0:35:15.579,0:35:17.669
Dit zit altijd op de achtergrond

0:35:17.669,0:35:19.870
en je vindt altijd passages waar Marx

0:35:19.870,0:35:24.189
dit terug benadrukt.

0:35:24.189,0:35:27.369
Maar er is iets vreemd aan

0:35:27.369,0:35:32.980
de wijze waarop
deze

0:35:32.980,0:35:37.660
relatieve en gelijkwaardige
waardevormen samenwerken.

0:35:37.660,0:35:44.660
Hij identificeert 3 eigenaardigheden: de eerste
is geïdentificeerd op [p. 18]:

0:35:46.289,0:35:47.930
"De eerste eigenaardigheid, die ons

0:35:47.930,0:35:52.380
bij de beschouwing van de
equivalentvorm opvalt, is dat

0:35:52.380,0:35:59.380
de gebruikswaarde de verschijningsvorm
wordt van het tegenovergestelde: van de waarde."

0:35:59.519,0:36:05.259
Die verhouding zit in het
begin van dit argument.

0:36:05.259,0:36:08.519
Het is de gebruikswaarde die je
hebt, die gelijkwaardig is

0:36:08.519,0:36:11.900
aan mijn relatieve.

0:36:11.900,0:36:16.069
En het is die gebruikswaarde,
niet de algemene, het is juist die gebruikswaarde,

0:36:16.069,0:36:19.140
en we kunnen niet ontsnappen aan

0:36:19.140,0:36:20.169
deze contradictie.

0:36:20.169,0:36:22.519
Dat een specifieke gebruikswaarde,

0:36:22.519,0:36:27.729
uiteindelijk zal het goud zijn,

0:36:27.729,0:36:34.729
een verschijningsvorm
wordt van zijn tegengestelde waarde.

0:36:35.139,0:36:39.859
Het resultaat hiervan,
op [p. 19] is

0:36:39.859,0:36:43.049
dat hij begint te spreken over de wijze waarop

0:36:43.049,0:36:51.109
- en hier begint een voorbode
van het fetisjisme argument -

0:36:51.109,0:36:55.960
hij zegt: "Daar de relatieve waardevorm van een waar,
(bijvoorbeeld het linnen) haar bestaan als waarde

0:36:55.960,0:36:59.400
uitdrukt als iets, dat totaal verschillend is van haar
lichamelijke substantie en van haar eigenschappen

0:36:59.400,0:37:02.900
(bijvoorbeeld als gelijke van de jas)
geeft deze

0:37:02.900,0:37:05.400
uit drukking reeds aan dat zij de

0:37:05.400,0:37:11.509
maatschappelijke verhouding
verbergt."

0:37:11.509,0:37:13.489
In het fetisjisme deel gaan we

0:37:13.489,0:37:17.029
het dikwijls hebben over de
wijze waarop dingen verborgen worden.

0:37:17.029,0:37:19.709
Maar hier zegt hij iets als: dat verbergen

0:37:19.709,0:37:23.289
zit in de logische
verhouding die er is tussen

0:37:23.289,0:37:25.269
de waren

0:37:25.269,0:37:29.329
en hun uitdrukking in geld, dan
gaat hij wat verderop in de paragraaf,

0:37:29.329,0:37:34.749
om te zeggen [p. 19]:
"Daarin schuilt het raadselachtige van de
equivalentvorm,

0:37:34.749,0:37:38.419
dat de burgerlijke econoom pas opvalt
wanneer deze vorm

0:37:38.419,0:37:42.749
zich kant en klaar
in geld aan hem voordoet."

0:37:42.749,0:37:46.799
Dan gaat hij verder
met opmerkingen

0:37:46.799,0:37:53.509
over de klassieke
politieke economen met hun fouten.

0:37:53.509,0:37:56.569
Zo zegt hij op [p. 20], bovenaan:

0:37:56.569,0:38:00.759
"Het lichaam van de waar, welke tot
equivalent dient, geldt steeds als belichaming

0:38:00.759,0:38:07.759
van abstracte menselijke arbeid en is steeds het
product van een bepaalde nuttige, concrete arbeid."

0:38:08.269,0:38:12.819
Specifieke concrete arbeid,
dat maakt goud.

0:38:12.819,0:38:17.259
Maar goud
is verondersteld te zijn een uitdrukking

0:38:17.259,0:38:21.579
van abstracte menselijke arbeid.

0:38:21.579,0:38:25.519
Tweede bijzonderheid
[bijna in het midden, p. 20]:

0:38:25.519,0:38:29.259
"En hier hebben wij de tweede
eigenaardigheid van de equivalentvorm: de

0:38:29.259,0:38:31.309
concrete arbeid

0:38:31.309,0:38:37.279
wordt verschijningsvorm van zijn
tegendeel, van abstracte menselijke arbeid."

0:38:37.279,0:38:39.149
Derde eigenaardigheid,

0:38:39.149,0:38:43.429
[op p. 20]: "(…) de
equivalentvorm is dan ook dat de bijzondere

0:38:43.429,0:38:46.849
arbeid de vorm van zijn
tegendeel krijgt: arbeid in

0:38:46.849,0:38:53.829
direct maatschappelijke vorm."

0:38:53.829,0:38:59.549
Hier kan je vele
contradicties zien opdoemen.

0:38:59.549,0:39:05.430
De waarde uitdrukking
is een bijzondere waar,

0:39:05.430,0:39:09.549
een bijzondere gebruikswaarde
geproduceerd onder bijzondere concrete

0:39:09.549,0:39:13.209
arbeidsomstandigheden, die in

0:39:13.209,0:39:18.249
principe toe te eigenen zijn door
elk individu,

0:39:18.249,0:39:18.729
en

0:39:18.729,0:39:21.880
tezelfdertijd bedoeld
zijn als algemene uitdrukking

0:39:21.880,0:39:29.670
in het geheel van de
warenproductie.

0:39:29.670,0:39:33.669
Spanning. Om een
voorbeeld te geven: je hoeft de

0:39:33.669,0:39:37.429
private toe-eigening niet te nemen.

0:39:37.429,0:39:42.919
Als goud de geldwaar is, als goud die ene

0:39:42.919,0:39:47.489
waar is, in het centrum van dit alles,

0:39:47.489,0:39:51.409
wie zijn dan de producenten van goud?

0:39:51.409,0:39:55.519
Nu, tegen het einde van de jaren
1960 was er een interessant moment,

0:39:55.519,0:40:00.039
toen de twee belangrijkste
goudproducenten op de wereldmarkt

0:40:00.039,0:40:06.229
de Sovjet-Unie en Zuid-Afrika waren.

0:40:06.229,0:40:11.609
Het kapitalisme was er niet blij mee.

0:40:11.609,0:40:14.769
Ik bedoel,

0:40:14.769,0:40:20.109
de Sovjet-Unie en Zuid-Afrika konden
inderdaad de gehele goud aanvoer verstoren

0:40:20.109,0:40:24.410
door verzadiging van de markt of
iets anders te doen.

0:40:24.410,0:40:25.970
In zekere zin,

0:40:25.970,0:40:30.649
een van de redenen, een van de vele
redenen, dat we naar een

0:40:30.649,0:40:34.969
niet-metaal gebaseerde

0:40:34.969,0:40:40.419
munt gingen vanaf de jaren 1970
had te doen met het feit

0:40:40.419,0:40:47.419
dat de machten in Washington en Londen
en Tokio en elders, besloten dat

0:40:47.889,0:40:52.259
ze het goud als basis
konden houden, ze konden het niet,

0:40:52.259,0:40:53.939
omwille van

0:40:53.939,0:40:58.189
politieke betrouwbaarheid.
De contradicties waarover hij hier spreekt zijn

0:40:58.189,0:41:02.239
waarschijnlijk uitbarstingen

0:41:02.239,0:41:05.959
in bijzondere omstandigheden,

0:41:05.959,0:41:09.689
wie controleert de geldvoorraad, wie
controleert de gebruikswaarden, wat zijn de

0:41:09.689,0:41:11.859
arbeidsomstandigheden?

0:41:11.859,0:41:13.319
Wat gebeurt er

0:41:13.319,0:41:16.489
als in 1848
plots goud

0:41:16.489,0:41:19.249
gevonden wordt in Californië,

0:41:19.249,0:41:23.229
en er een goudstroom is in de
wereldmarkt? Wat gebeurde er toen

0:41:23.229,0:41:25.109
de Spanjaarden in

0:41:25.109,0:41:28.959
Zuid-Amerika er het
goud roofden van de Inca's en anderen

0:41:28.959,0:41:32.259
en Europa overstroomden met goud

0:41:32.259,0:41:37.219
in de 16e/17e eeuw, een
een grote inflatie teweegbrengend?

0:41:37.219,0:41:41.659
Het feit dat een specifieke waar

0:41:41.659,0:41:45.789
deze capaciteit heeft een algemeen equivalent,

0:41:45.789,0:41:48.779
met al deze bijzonderheden,

0:41:48.779,0:41:50.719
schept een probleem.

0:41:50.719,0:41:54.670
Het is als het ware een eenvoudige relatie
tussen een bijzonderheid op een algemeenheid,

0:41:54.670,0:41:56.469
en de bijzonderheid treedt

0:41:56.469,0:42:01.829
op als maatstaf van het algemene.

0:42:01.829,0:42:03.949
Spanning, contradicties,

0:42:03.949,0:42:07.989
geldcontradicties zijn overal,
verderop in de analyse.

0:42:07.989,0:42:09.910
Maar wat hij hier doet, is het leggen

0:42:09.910,0:42:14.429
van een basis.

0:42:14.429,0:42:16.469
Ook op [p. 21]

0:42:16.469,0:42:22.329
wijst hij op iets anders dat
belangrijk is betreffende ruil.

0:42:22.329,0:42:26.249
Hij citeert graag Aristoteles.

0:42:26.249,0:42:31.659
Hij merkt op dat Aristoteles zegt:

0:42:31.659,0:42:35.309
Indien dingen ruilen,

0:42:35.309,0:42:37.739
moet er een equivalent

0:42:37.739,0:42:41.059
zijn in de ruil.

0:42:41.059,0:42:48.059
Waar Aristoteles aan begon was
de notie dat ruil gelijkwaardigheid impliceert.

0:42:49.799,0:42:54.309
Maar Aristoteles kon geen
arbeidswaardetheorie hebben.

0:42:54.309,0:42:58.299
Waarom niet? Omwille van de slavernij.

0:42:58.299,0:43:01.329
Geen vrije arbeidsmarkt
of dergelijk.

0:43:01.329,0:43:04.860
Aristoteles zag dus iets
belangrijk aangaande de aard de ruil

0:43:04.860,0:43:07.320
en de aard van de economie,

0:43:07.320,0:43:11.239
dat het equivalentie principe is. Dit wil

0:43:11.239,0:43:14.829
niet zeggen dat er equivalentie tussen mensen
is, maar er is equivalentie in het systeem

0:43:14.829,0:43:18.769
dat zegt dat is equivalent tot dat.

0:43:18.769,0:43:20.500
En het equivalentie principe

0:43:20.500,0:43:27.500
is iets dat uiterst belangrijk
wordt in de wijze waarop markten functioneren.

0:43:28.839,0:43:31.079
Dus Aristoteles,

0:43:31.079,0:43:35.079
op [p. 21], zegt: "De ruil (…) kan
niet bestaan zonder gelijkheid, de gelijkheid

0:43:35.079,0:43:40.349
echter niet zonder onderlinge meetbaarheid."

0:43:40.349,0:43:41.909
Dit is

0:43:41.909,0:43:50.819
belangrijk voor de
marktwerking.

0:43:53.599,0:43:55.039
Wat nu gebeurt

0:43:55.039,0:43:59.889
als dit algemeen equivalent meer en meer

0:43:59.889,0:44:04.519
aanwezig wordt in de redenering, is dit:

0:44:04.519,0:44:11.519
en hij wijst er opnieuw naar
op [p. 22] bijna in het midden,

0:44:14.009,0:44:20.469
hij zegt: "De in de waar opgesloten innerlijke
tegenstelling van gebruikswaarde en waarde

0:44:20.469,0:44:25.619
wordt dus voorgesteld door een uiterlijke
tegenstelling, namelijk door de verhouding

0:44:25.619,0:44:29.279
van twee waren, waarin de ene waar, waarvan
de waarde moet worden uitgedrukt,

0:44:29.279,0:44:33.499
direct slechts geldt als gebruikswaarde van
de andere waar, waarin waarde wordt uitgedrukt.

0:44:33.499,0:44:35.190
De eenvoudige waardevorm van een waar is dus de
eenvoudige verschijningsvorm van de in haar

0:44:35.190,0:44:41.799
schuilgaande tegenstelling tussen
gebruikswaarde en waarde."

0:44:41.799,0:44:44.689
Dat is: wat we beginnen te

0:44:44.689,0:44:48.429
zien, is het begin van een opdoemen
van iets dat

0:44:48.429,0:44:50.779
cruciaal zal zijn in de redenering.

0:44:50.779,0:44:53.589
Een interne oppositie

0:44:53.589,0:44:56.179
in de waar tussen

0:44:56.179,0:44:59.409
gebruikswaarde en waarde

0:44:59.409,0:45:03.679
die eventueel uitgedrukt
zal worden als een externe oppositie tussen de

0:45:03.679,0:45:05.269
wereld van de waren

0:45:05.269,0:45:10.209
en de wereld van het geld.

0:45:10.209,0:45:12.519
Deze twee werelden zijn

0:45:12.519,0:45:15.629
plots gescheiden van elkaar.

0:45:15.629,0:45:20.879
En als zij gescheiden zijn,
kunnen ze antagonistisch zijn tot elkaar.

0:45:20.879,0:45:24.910
M.a.w.: je gaat van een
interne oppositie naar een externe

0:45:24.910,0:45:25.599
oppositie,

0:45:25.599,0:45:34.629
met de mogelijkheid
van een antagonisme.

0:45:39.619,0:45:45.679
Uiteindelijk gaat het dan over

0:45:45.679,0:45:50.839
hoe de uitgebreide waardevorm

0:45:50.839,0:45:57.499
verpopt in een algemeen equivalent.

0:45:57.499,0:46:01.949
En dat daarom geld

0:46:01.949,0:46:04.919
de uitdrukking wordt,

0:46:04.919,0:46:09.429
de geldwaar wordt de uitdrukking
van waarde.

0:46:09.429,0:46:14.089
Op [p. 27],
zegt hij dit, in het midden van de pagina:

0:46:14.089,0:46:14.879
"Ten slotte,

0:46:14.879,0:46:19.999
krijgt een bepaalde warensoort
de algemene equivalentvorm,

0:46:19.999,0:46:24.349
omdat alle andere waren het tot
materiaal van hun uniforme en algemene

0:46:24.349,0:46:29.059
waardevorm maken."

0:46:29.059,0:46:33.699
Bemerk dan het volgende: "In dezelfde mate
echter waarin de waardevorm in het algemeen

0:46:33.699,0:46:38.169
zich ontwikkelt, ontwikkelt zich ook de
tegenstelling tussen de beide polen,

0:46:38.169,0:46:45.169
de relatieve waardevorm en de equivalentvorm."

0:46:45.679,0:46:48.309
Dat brengt ons bij
het laatste deel, over

0:46:48.309,0:46:51.159
de geldvorm.

0:46:51.159,0:46:52.969
Wat we nu gedaan hebben,

0:46:52.969,0:46:55.559
is kijken naar de wijze waarop

0:46:55.559,0:46:59.749
het concrete en abstracte
samenkomen in een ruil,

0:46:59.749,0:47:03.029
hoe de relatieve en
equivalente waardevormen

0:47:03.029,0:47:04.589
gemaakt worden

0:47:04.589,0:47:11.049
en de geldwaar ontwikkelen.

0:47:11.049,0:47:14.289
Dat leidt ons naar het
fetisjisme, maar

0:47:14.289,0:47:21.289
laat ons eerst de vragen behandelen
over dit deel en het voorgaande deel.

0:47:21.289,0:47:24.289
»STUDENT: Wat interessant is, je vraagt
of Marx probeert,

0:47:24.289,0:47:27.289
of we dit gebruiken kunnen als een logische
of een historische redenering. Wat

0:47:27.289,0:47:35.289
interessant is, is dat mensen dit zijn gaan
toepassen in historische analyses

0:47:35.289,0:47:41.289
en dit concept hebben van toevalligheid en codi-
ficatie, dat het kapitalisme ontwikkelt als een serie

0:47:41.289,0:47:48.289
accidenten (»DAVID HARVEY: ja), die gecodificeerd
worden, en dan is er ook de vraag van bewustzijn.

0:47:48.289,0:47:54.289
Dat in het denken de notie brengt
van waarheid in de vorm van de waarheid en hoe,

0:47:54.289,0:48:01.289
wat we kunnen zeggen over de sociale verhoudingen
in een kapitalistische maatschappij als … in kapitalisme

0:48:01.289,0:48:07.890
je belichaamde uitdrukkingen hebt in dingen die
in contradictie zijn tot iets anders, zoals, voor

0:48:07.890,0:48:15.890
…, de uitdrukking van waarde is contradictorisch
van vorm in de bijzondere gebruikswaarde

0:48:15.890,0:48:22.890
van iets, en dit idee dat waarheid is als
representatie en het ding samenvallen,

0:48:22.890,0:48:27.660
en is dit de enige wijze
om absurditeit te hebben in maatschappijen?

0:48:27.660,0:48:31.390
»DAVID HARVEY: Er zijn denkelijk niet zoveel
absurditeiten. Marx spreekt voortdurend

0:48:31.390,0:48:35.959
over internaliseringen van contradicties.

0:48:35.959,0:48:42.159
En deze internaliseringen van
contradicties worden eveneens generatief.

0:48:42.159,0:48:44.709
En het is de spanning daar …

0:48:44.709,0:48:50.369
Hier wordt het
een ingewikkelde

0:48:50.369,0:48:51.709
redenering, waar

0:48:51.709,0:48:57.659
ik niet grondig op in ga
maar een gecompliceerde redenering, die stelt:

0:48:57.659,0:49:00.420
je weet, we spreken over Marx' wijze

0:49:00.420,0:49:03.429
van voorstellen?

0:49:03.429,0:49:09.799
En hij spreekt over contradicties? Of spreken
we over werkelijk bestaande contradicties?

0:49:09.799,0:49:11.619
Nu, ik heb al aangeduid,

0:49:11.619,0:49:15.359
wat ik fascinerend
vind aan Marx, dat is dat hij in

0:49:15.359,0:49:19.579
dit hoofdstuk, de notie van
een contradictie binnen de geldvorm stelt.

0:49:19.579,0:49:23.399
En er naar kijkend iets zegt als:
waarom verlieten ze niet de goudstandaard

0:49:23.399,0:49:26.780
op het einde van de jaren 1960, en
bedacht toen:

0:49:26.780,0:49:30.940
Dit helpt mij iets
hierover te begrijpen. En ik denk

0:49:30.940,0:49:36.379
dat het werkelijkheid was, als je de literatuur
neemt, vind je dat het werkelijkheid was.

0:49:36.379,0:49:38.830
Er was de nervositeit
betreffende de macht van de

0:49:38.830,0:49:42.409
Sovjet-Unie en Zuid-Afrika.

0:49:42.409,0:49:46.309
Je weet,

0:49:46.309,0:49:50.569
de verhouding tussen Marx' redenering
en de werkelijkheid rond ons, en de spanningen

0:49:50.569,0:49:54.329
die we voelen in het dagelijks leven, is
altijd gecompliceerd, en je moet dat

0:49:54.329,0:49:56.339
zelf verwerken,

0:49:56.339,0:50:00.289
uit werken voor je zelf.
Maar wat je hiermee ziet is: hij maakt

0:50:00.289,0:50:02.629
een logische redenering, waar hij

0:50:02.629,0:50:07.189
spreekt over de manier dat
deze contradicties worden geïnternaliseertd

0:50:07.189,0:50:10.659
In iets wat geld lijkt, juist, wat is geld?

0:50:10.659,0:50:13.529
Dat is een erg interessante vraag.
Ik bedoel, wie van jullie hebben nagedacht

0:50:13.529,0:50:17.049
over wat geld is? Waar het vandaan komt?

0:50:17.049,0:50:21.939
Als je Dickens' Dombey and Son neemt,
heb je Mr. Dombey en

0:50:21.939,0:50:24.690
kleine Paul, stervende, zegt iets als:

0:50:24.690,0:50:27.219
Papa, wat is geld?

0:50:27.219,0:50:32.069
En Mr. Dombey, de grote
ondernemer, kan niet antwoorden.

0:50:32.069,0:50:36.879
En Pauls moeder is gestorven,
zo zegt hij: Wel, kan geld haar terug brengen?

0:50:36.879,0:50:39.279
Mr. Dombey weet niet wat te zeggen.

0:50:39.279,0:50:42.689
Wat is geld? Wat is het?

0:50:42.689,0:50:48.130
En toch gebruiken we het voortdurend, gebruiken
het constant, maar het is zeer contradictorisch.

0:50:48.130,0:50:53.339
Ook in termen van onze
verhouding ermee, in termen van de fetisj.

0:50:53.339,0:50:57.999
Ik bedoel, ook als ik 's nachts op sta
en ga kijken wat er gebeurt met mijn

0:50:57.999,0:51:00.390
aandelen in mijn pensioenfonds, …

0:51:00.390,0:51:04.359
Je hebt een fetisj,
wat is het? … Oh, het stijgt met

0:51:04.359,0:51:06.579
twee percent! …

0:51:06.579,0:51:11.409
Of: het zakt met tien, dan: oh jee!,
Ik heb dus een tegengestelde relatie

0:51:11.409,0:51:15.720
tot de instorting van de aandelenmarkt.
Aan de ene kant hou ik er van, politiek gezien,

0:51:15.720,0:51:18.049
aan de andere kant haat ik het persoonlijk,

0:51:18.049,0:51:20.429
omdat mijn pensioen er aan gaat.

0:51:20.429,0:51:24.289
Dit soort tegenstellingen en spanningen
zijn er constant in ons dagelijks leven.

0:51:24.289,0:51:27.859
We moeten er over nadenken.

0:51:27.859,0:51:31.419
Een van de interessante dingen in deze
sectie is, dat het compleet in een

0:51:31.419,0:51:33.839
andere stijl is geschreven.

0:51:33.839,0:51:38.119
Ik bedoel, de laatste sectie is Marx
met zijn doffe boekhouderhoed op,

0:51:38.119,0:51:41.369
dit is gelijk aan dat en dat gelijk aan dat.

0:51:43.359,0:51:45.989
Deze Marx gaat

0:51:45.989,0:51:50.749
aan de slag met

0:51:50.749,0:51:51.460
mysteries en …

0:51:51.460,0:51:56.619
weerwolven, enz.

0:51:56.619,0:51:59.889
Het is een heel andere schrijfstijl.

0:51:59.889,0:52:04.309
En als resultaat is
één van de dingen dat

0:52:04.309,0:52:09.349
veel mensen dit beschouwen
als een vreemdsoortig argument

0:52:09.349,0:52:11.229
in Het Kapitaal, een soort van

0:52:11.229,0:52:13.680
iets dat er naast valt.

0:52:13.680,0:52:17.640
Daarom nemen ze het niet ernstig

0:52:17.640,0:52:20.500
als zij praten
over de algemene theorie

0:52:20.500,0:52:23.499
die Marx uitzet in Het Kapitaal. De andere

0:52:23.499,0:52:27.519
kant geeft minder aandacht aan de
algemene theorie van Het Kapitaal en behandelt het

0:52:27.519,0:52:29.659
deel over fetisjisme als goud,

0:52:29.659,0:52:32.009
de gouden kern in Marx, en

0:52:32.009,0:52:34.349
vergroot het in grote sociale literatuur

0:52:34.349,0:52:35.909
theorie en al de rest.

0:52:35.909,0:52:40.139
Ik denk dat het belang heeft
te weten dat

0:52:40.139,0:52:44.769
Marx dit importeerde in de 2e editie
uit een aanhangsel, toen hij de 3e sectie deed.

0:52:44.769,0:52:48.660
Hij herschreef het en plaatste het in de
2e editie, daarom is het een erg bewuste

0:52:48.660,0:52:50.149
daad van hem

0:52:50.149,0:52:54.759
dit te doen. Maar ook zegt het
wat over Marx' techniek, dat

0:52:54.759,0:52:58.549
hij zich prima voelt
met het wisselen van schrijfstijlen

0:52:58.549,0:53:01.999
als hij van het ene naar het andere gaat.

0:53:01.999,0:53:08.699
En hij past zijn schrijfstijl aan, aan
wat hij echt wil overbrengen.

0:53:08.699,0:53:11.330
Ik denk dus dat één van de te stellen vragen is:

0:53:11.330,0:53:12.559
wat is de

0:53:12.559,0:53:15.389
stelling van dit

0:53:15.389,0:53:19.689
in Marx' algemene argumentatie?
En ik denk dat de stelling

0:53:19.689,0:53:22.919
reeds deels onthuld is met

0:53:22.919,0:53:26.119
zijn spreken over hoe dingen worden verborgen,

0:53:26.119,0:53:30.130
hoe ze
mysterieus worden, hoe

0:53:30.130,0:53:32.229
ze begraven worden,

0:53:32.229,0:53:34.899
hoe we niet kunnen zien wat er gebeurt. Hoe

0:53:34.899,0:53:38.829
er een complicatie is tussen de

0:53:38.829,0:53:43.739
geldvorm met haar bijzonderheden
en het algemeen equivalent, dat

0:53:43.739,0:53:45.780
verondersteld wordt aldus te functioneren.

0:53:45.780,0:53:48.659
Dit soort van verhoudingen

0:53:48.659,0:53:52.959
zijn reeds zo opgesteld dat ze de
focus worden, wat ook gebeurt

0:53:52.959,0:53:58.519
met andere delen van de
redenering. Zij worden de focus.

0:53:58.519,0:54:03.069
Latente ideeën, worden plots
het brandpunt van de algemene

0:54:03.069,0:54:05.129
redenering.

0:54:05.129,0:54:08.059
En wat hier interessant is,

0:54:08.059,0:54:12.390
zijn twee zaken.

0:54:12.390,0:54:16.669
Eerst is er het ontwaren van de

0:54:16.669,0:54:20.309
notie van fetisjisme van de waar,

0:54:20.309,0:54:22.099
waarin

0:54:22.099,0:54:26.640
een ordinair zintuiglijk ding

0:54:26.640,0:54:30.669
getransformeerd wordt in wat anders,
hij zegt op [bijna bovenaan p. 30],

0:54:30.669,0:54:34.589
dat "waarneembaar als bovennatuurlijk is".

0:54:34.589,0:54:37.269
Iets dat,

0:54:37.269,0:54:44.269
op [p. 31], zegt hij: "(…)zintuigen waarneembare
bovennatuurlijke of maatschappelijke dingen."

0:54:48.759,0:54:52.389
Nu, het raadselachtige karakter van een waar,

0:54:52.389,0:54:55.249
zoals hij het stelt,

0:54:55.249,0:55:01.449
komt uit zijn maatschappelijk karakter.

0:55:01.449,0:55:06.039
Hij zegt [bovenaan p. 31]: "Het
geheimzinnige van de warenvorm ligt dus een-

0:55:06.039,0:55:07.719
voudig in de omstandigheid

0:55:07.719,0:55:12.249
dat deze vorm voor de mensen het maat-
schappelijk karakter van hun eigen arbeid

0:55:12.249,0:55:16.349
weerspiegelt als het concrete karakter van de arbeids
producten zelf, als de maatschappelijk-natuurlijke

0:55:16.349,0:55:19.599
eigenschappen van deze dingen."

0:55:19.599,0:55:21.900
Een beetje verder:

0:55:21.900,0:55:23.709
"Wat we vinden", zegt hij, is

0:55:23.709,0:55:27.969
dit "Het is slechts de bepaalde maat-
schappelijke verhouding van de mensen zelf, die

0:55:27.969,0:55:31.229
voor hen de
fantasmagorische vorm van een verhouding

0:55:31.229,0:55:35.089
tussen dingen aanneemt."

0:55:35.089,0:55:38.059
Dan maakt hij een
korte opmerking over religie,

0:55:38.059,0:55:41.179
en gaat verder met:
"Dit noem ik het fetisjkarakter,

0:55:41.179,0:55:43.620
dat de arbeidsproducten krijgen zodra

0:55:43.620,0:55:46.529
zij als waren worden geproduceerd, dit karakter

0:55:46.529,0:55:51.059
is derhalve onverbrekelijk
met de warenproductie verbonden."

0:55:51.059,0:55:55.909
Deze onscheidbaarheid van de
warenproductie is extreem belangrijk.

0:55:55.909,0:55:58.599
Het zegt dat fetisjisme niet iets is wat

0:55:58.599,0:56:01.619
zomaar weg te
vegen is.

0:56:01.619,0:56:04.579
Het is geen zaak van bewustzijn,

0:56:04.579,0:56:07.049
het is een kwestie van

0:56:07.049,0:56:09.349
iets dat diep
ingebed zit in de wijze waarop

0:56:09.349,0:56:13.079
waren geproduceerd en geruild worden.

0:56:13.079,0:56:14.879
Hij gaat verder,

0:56:14.879,0:56:16.450
volledig onderaan, wat de,

0:56:16.450,0:56:20.439
op [p. 31],
wat de kernpassage is:

0:56:20.439,0:56:24.579
"Anders gezegd: de individuele arbeid
doet zich inderdaad pas gelden als

0:56:24.579,0:56:28.059
schakel van de maatschappelijke
totale arbeid door de verhouding,

0:56:28.059,0:56:33.569
waarin de arbeidsproducten,
en via deze ook de producenten, door

0:56:33.569,0:56:37.499
de ruil worden geplaatst.
Voor de producenten krijgen

0:56:37.499,0:56:40.039
de maatschappelijke betrekkingen

0:56:40.039,0:56:43.000
van hun individuele soorten arbeid
daardoor het voorkomen van

0:56:43.000,0:56:48.159
wat zijn werkelijk zijn," bemerk dat,
lijken als wat zij zijn, "dat wil zeggen

0:56:48.159,0:56:52.969
niet de onmiddellijke maatschappelijke
verhoudingen van de individuen in hun arbeid,

0:56:52.969,0:56:56.539
maar juist zakelijke verhoudingen van personen

0:56:56.539,0:57:03.539
en maatschappelijke verhoudingen van zaken".

0:57:08.509,0:57:13.179
De redenering is ergens voldoende eenvoudig.

0:57:13.179,0:57:16.900
Mensen onder het kapitalisme
verhouden zich niet direct tot elkaar

0:57:16.900,0:57:19.549
als menselijke wezens.

0:57:19.549,0:57:23.219
Zij verhouden zich tot elkaar
doorheen een myriade van producten

0:57:23.219,0:57:31.579
die zij aantreffen
op de markt.

0:57:31.579,0:57:37.349
Maar als we naar de markt gaan en vragen:
Waarom kost dit tweemaal meer dan dat?

0:57:37.349,0:57:42.099
Wat we tegenkomen is een
uitdrukking van een maatschappelijke verhouding

0:57:42.099,0:57:45.359
die te maken heeft, in Marx' zienswijze,

0:57:45.359,0:57:51.419
met waarde,
sociaal noodzakelijke arbeidstijd.

0:57:51.419,0:57:56.139
Wat zijn nu de vertakkingen?

0:57:56.139,0:58:00.069
Er zijn er een aantal.

0:58:00.069,0:58:01.709
Ten eerste,

0:58:01.709,0:58:05.849
we kunnen onmogelijk de

0:58:05.849,0:58:08.429
arbeidsomstandigheden kennen van

0:58:08.429,0:58:13.489
al de mensen die werkten
voor het ontbijt op onze tafel.

0:58:13.489,0:58:15.769
We kunnen het niet weten.

0:58:15.769,0:58:19.529
Het is ingewikkeld, het is
ver weg, het is zo verspreid.

0:58:19.529,0:58:23.199
En neem je de input van de
input die gaat in de input,

0:58:23.199,0:58:27.489
de steenkool die het staal maakt
dat in de tractor gaat, die gaat in …

0:58:27.489,0:58:33.939
Miljoenen en miljoenen mensen
zijn betrokken in ons ontbijt.

0:58:33.939,0:58:36.440
En de grote vraag doemt dan op:

0:58:36.440,0:58:39.069
waar vandaan komt ons ontbijt?

0:58:39.069,0:58:42.989
Gewoonlijk begin ik mijn

0:58:42.989,0:58:46.879
introductie tot mijn geografie-lessen met deze
vraag: van waar komt je ontbijt?

0:58:46.879,0:58:47.680
Nu,

0:58:47.680,0:58:49.349
denk er over na.

0:58:49.349,0:58:55.029
Het eerste antwoord was: van de
supermarkt. Wel nee, ga wat verder terug dan dat.

0:58:55.029,0:58:58.169
Wat weet je over de mensen die
produceerden? En tegen de derde

0:58:58.169,0:59:05.049
week zegde men dingen als:
ik had geen ontbijt deze morgen.

0:59:05.049,0:59:10.119
Ik denk dat het een schuldgevoel was,
dat opborrelde, en het typische antwoord

0:59:10.119,0:59:13.269
is iets als dat.

0:59:13.269,0:59:17.059
Het punt hier is dat

0:59:17.059,0:59:18.839
sociale verhoudingen

0:59:18.839,0:59:21.359
tussen dingen

0:59:21.359,0:59:26.489
bemiddelen tussen ons en
alles wat er daar buiten gebeurt.

0:59:26.489,0:59:28.369
Nu, Marx argument dit niet, maar

0:59:28.369,0:59:33.160
weet je, ik had dit argument bv. met

0:59:33.160,0:59:37.390
religieuze mensen, die stonden op
goed moreel gedrag of dergelijke,

0:59:37.390,0:59:41.619
en het gaat altijd om mens tot mens relaties,
ik ben goed tot mijn buur en goed met de mens

0:59:41.619,0:59:42.440
om de hoek.

0:59:42.440,0:59:45.909
Ik help een mens op straat.
Dat soort van zaken.

0:59:45.909,0:59:49.779
En je zegt iets van, wat doe je met al die
mensen, die zorgen voor je ontbijt?

0:59:49.779,0:59:53.689
Wat is je morele verantwoordelijkheid naar al deze
mensen? Het antwoord is: "Wel, nee, ik ben er niet

0:59:53.689,0:59:57.229
in geïnteresseerd."
Wel, dit is het waar onze echte

0:59:57.229,1:00:00.719
sociale verbondenheid met de wereld
van de arbeid ligt.

1:00:00.719,1:00:05.379
En het wordt erg gecompliceerd om
dit te vinden, soms ontdekken we, dat

1:00:05.379,1:00:08.809
dit product

1:00:08.809,1:00:12.890
gemaakt is onder verschrikkelijke arbeidscondities,
dus zouden we dit of dat

1:00:12.890,1:00:14.419
product moeten boycotten.

1:00:14.419,1:00:16.289
Maar je kan zien hoe

1:00:16.289,1:00:20.839
ongelooflijk complex
deze wereld is.

1:00:20.839,1:00:27.839
En hoe het markt systeem, en in het
bijzonder de geldwaar, ons zoveel verbergt

1:00:27.959,1:00:32.749
van wat plaats grijpt in
de wereld.

1:00:32.749,1:00:36.750
En zo begint Marx met het stellen
van: we moeten ons

1:00:36.750,1:00:42.469
confronteren
met de wijze waarop die wereld werkt.

1:00:42.469,1:00:46.639
En herkennen dat ze ons
verborgen is

1:00:46.639,1:00:53.469
krachtens de wijze van de markt.

1:00:53.469,1:00:55.999
En dit doende,

1:00:55.999,1:00:59.539
komt hij terug tot …

1:00:59.539,1:01:01.890
teruggaande op het idee dat

1:01:01.890,1:01:04.229
waren objectief zijn,

1:01:04.229,1:01:07.139
zij bestaan,

1:01:07.139,1:01:09.389
je kan niet in de supermarkt

1:01:09.389,1:01:12.750
kijken naar kropsla en uitzoeken
of het geproduceerd is onder

1:01:12.750,1:01:18.469
uitbuitende arbeidsvoorwaarden,
of wat anders, je kan dat niet doen.

1:01:18.469,1:01:23.010
Je hebt geen middelen om het te weten
en als je een boycot hebt van druiven

1:01:23.010,1:01:23.829
van deze plaats,

1:01:23.829,1:01:26.319
vind je druiven alsof
die geteeld

1:01:26.319,1:01:30.859
zijn in een andere plaats.

1:01:30.859,1:01:32.949
Maar hij gaat verder

1:01:32.949,1:01:34.949
en zegt dit:

1:01:34.949,1:01:39.159
We moeten begrijpen, zegt hij onderaan op
[p. 32], dat "Wanneer dus de mensen hun arbeids-

1:01:39.159,1:01:43.169
producten als waarden met elkaar in
verband brengen, dan wordt dit niet gedaan

1:01:43.169,1:01:47.979
omdat zij deze zaken enkel als stoffelijke
omhulsels van gelijksoortige menselijke

1:01:47.979,1:01:48.929
arbeid zien. Integendeel:

1:01:48.929,1:01:51.019
wanneer zij

1:01:51.019,1:01:53.759
bij de ruil hun uiteenlopende
producten als waardemassa's gelijkstellen,

1:01:53.759,1:01:55.910
stellen zij hun verschillende soorten

1:01:55.910,1:01:59.439
arbeid aan elkaar gelijk.
Zij weten dat niet, maar ze

1:01:59.439,1:02:04.379
doen het. Het staat dus niet op
het voorhoofd van de waarde geschreven wat

1:02:04.379,1:02:05.589
zij is. Het is eerder zo,

1:02:05.589,1:02:08.410
dat de waarde ieder arbeidsproduct
verandert in

1:02:08.410,1:02:10.959
een maatschappelijke hiëroglief."

1:02:10.959,1:02:12.970
Verder op, zegt hij, gaan we proberen

1:02:12.970,1:02:16.779
deze hiëroglief te ontcijferen.

1:02:16.779,1:02:21.380
Maar: "De late wetenschappelijke ontdekking dat de
arbeidsproducten, voor zover zij waardemassa's zijn, slechts

1:02:21.380,1:02:25.299
de materiële uitdrukking vormen voor
de in hun productie aangewende menselijke

1:02:25.299,1:02:29.399
arbeid, kenmerkt weliswaar het begin van een nieuw

1:02:29.399,1:02:33.779
tijdperk in de ontwikkelingsgeschiedenis van de
mensheid, maar verdrijft nog niet de materiële schijn

1:02:33.779,1:02:37.369
van het maatschappelijk karakter van de arbeid."

1:02:37.369,1:02:42.759
Opnieuw, waarover hij spreekt is het
algemeen worden van het ruilproces,

1:02:42.759,1:02:43.979
… de globale …,

1:02:43.979,1:02:49.279
de wereld van waren, de globale structuur.

1:02:49.279,1:02:53.339
En opnieuw komt hij terug
tot het idee dat waarde niet verkondigt

1:02:53.339,1:02:55.899
wat het is.

1:02:55.899,1:03:01.129
Waarde ontstaat, de notie van waarde
ontstaat uit al deze processen.

1:03:01.129,1:03:04.939
Het gaat ze niet vooraf, het ontstaat uit ze.

1:03:04.939,1:03:07.839
En de waarde relatie
is iets dat specifiek geproduceerd

1:03:07.839,1:03:13.399
is binnen een kapitalistische maatschappij.

1:03:13.399,1:03:17.159
En het was een kapitalistische maatschappij dat

1:03:17.159,1:03:21.469
de arbeidswaardeleer ontrafelde.

1:03:21.469,1:03:23.119
Eén der eersten die

1:03:23.119,1:03:28.159
kwam met een versie van een
arbeidswaardeleer, was Hobbes.

1:03:28.159,1:03:33.719
En we krijgen een hele reeks, met Locke,
Hume en anderen,

1:03:33.719,1:03:35.059
ten slotte, als je

1:03:35.059,1:03:39.109
bij Adam Smith komt, krijg je een waardetheorie
bij Adam Smith en een arbeidswaardeleer

1:03:39.109,1:03:41.969
bij Ricardo.

1:03:41.969,1:03:45.589
De arbeidswaardeleer is er dus niet
altijd geweest, het komt

1:03:45.589,1:03:46.279
wezenlijk uit

1:03:46.279,1:03:54.000
de opkomst van het kapitalisme. Maar, zoals
gezien, de arbeidswaardeleer,

1:03:54.000,1:03:59.059
zoals de klassieke politieke economie het zag,

1:03:59.059,1:04:00.079
was arbeidstijd,

1:04:00.079,1:04:04.459
niet sociaal noodzakelijke arbeidstijd, geen
onderscheid tussen concrete en abstracte arbeid,

1:04:04.459,1:04:08.849
al die zaken waarover Marx spreekt.

1:04:08.849,1:04:13.049
Dus de arbeidswaardeleer, of de opkomst
van de arbeidswaardeleer, gaat samen

1:04:13.049,1:04:18.059
met de opkomst van het burgerlijke tijdperk.

1:04:18.059,1:04:20.669
Daaruit volgt,

1:04:20.669,1:04:23.439
dat de destructie van een burgerlijke

1:04:23.439,1:04:28.619
economie, de destructie van kapitalisme,

1:04:28.619,1:04:30.399
vereist een

1:04:30.399,1:04:32.549
constructie van een
alternatieve waarde structuur,

1:04:32.549,1:04:35.109
een alternatief waarde systeem.

1:04:35.109,1:04:39.150
Of omgekeerd, als je niet houdt van het
kapitalistische waardesysteem en iets anders

1:04:39.150,1:04:43.279
wenst, dan word je beter snel
een revolutionair

1:04:43.279,1:04:46.559
omdat dit de
dominante waardevorm is,

1:04:46.559,1:04:48.099
opererende in onze maatschappij.

1:04:48.099,1:04:52.929
En het opereert, zegt hij,
achter onze rug.

1:04:52.929,1:04:59.309
We zien het niet, we begrijpen
niet de consequenties.

1:04:59.309,1:05:03.459
We komen uit op
schizofrenische waardevormen,

1:05:03.459,1:05:06.969
zoals goede mens-tot-mens relaties, maar ik
geef er geen lor om, om wat er gebeurt door de

1:05:06.969,1:05:09.669
markt.

1:05:09.669,1:05:19.649
Dit soort scheidingen.

1:05:19.969,1:05:23.169
En dan hebben we de
introductie van iets

1:05:23.169,1:05:25.099
wat eveneens erg

1:05:25.099,1:05:26.269
belangrijk wordt

1:05:26.269,1:05:28.759
in het volgende hoofdstuk.

1:05:28.759,1:05:31.909
[het midden van p. 33]

1:05:31.909,1:05:36.529
Hij heeft het over de wijze waarop

1:05:36.529,1:05:42.129
delen van producten worden geruild.

1:05:42.129,1:05:47.410
En het is duidelijk, deze
ruilverhoudingen variëren sterk.

1:05:47.410,1:05:52.089
"Deze grootten", zegt hij, "veranderen voortdurend,
onafhankelijk van de wil, de voorkennis en de

1:05:52.089,1:05:55.799
activiteiten van de ruilende personen.

1:05:55.799,1:05:59.099
Hun eigen maatschappelijke beweging
bezit voor hen de vorm van een beweging

1:05:59.099,1:06:05.619
van zaken, zaken die hen controleren
in plaats van dat zij die zaken controleren."

1:06:05.619,1:06:08.769
Dat is: de producenten.

1:06:08.769,1:06:11.919
Wie controleert dit systeem?

1:06:11.919,1:06:13.669
De producenten?

1:06:13.669,1:06:18.529
Of controleert het systeem hen?

1:06:18.529,1:06:25.789
Natuurlijk, het argument
dat het systeem hen controleert,

1:06:25.789,1:06:27.989
is niet uniek voor Marx.

1:06:27.989,1:06:29.589
De man die het sterkst aandrong

1:06:29.589,1:06:33.199
was Adam Smith,

1:06:33.199,1:06:37.709
in de zegswijze van de
'onzichtbare hand van de markt'.

1:06:37.709,1:06:42.159
Het is de onzichtbare hand
van de markt die stuurt.

1:06:42.159,1:06:47.339
Individuen, in een goed werkende,

1:06:47.339,1:06:53.139
perfect functionerende markt zouden
geen controle hebben over het systeem.

1:06:53.139,1:07:00.629
De markt zou het
controlerende mechanisme zijn.

1:07:00.629,1:07:04.579
En het zou de onzichtbare
hand van de markt zijn dat ons leid naar

1:07:04.579,1:07:11.579
het grote kapitalistische Utopia.

1:07:12.809,1:07:15.499
Maar, zegt Marx,

1:07:15.499,1:07:19.239
binnen dit markt systeem,

1:07:19.239,1:07:23.749
[een beetje verder op, [p. 33]],

1:07:23.749,1:07:25.409
is dat,

1:07:25.409,1:07:27.889
"… herleid tot hun maatschappelijk

1:07:27.889,1:07:33.309
(…) omdat in de toevallige en steeds wisselende
ruilverhoudingen van hun producten,"

1:07:33.309,1:07:34.669
Je kan dit zien als

1:07:34.669,1:07:38.119
schommelingen van aanbod en vraag,

1:07:38.119,1:07:44.079
"de maatschappelijke noodzakelijke arbeidstijd als een
regulerende natuurwet gewelddadig optreedt,

1:07:44.079,1:07:51.059
ongeveer zoals de wet van de zwaartekracht bij
het ineenstorten van iemands huis boven zijn hoofd.

1:07:51.059,1:07:56.369
De bepaling van de waardegrootte
door middel van de arbeidstijd is dus achter

1:07:56.369,1:08:00.159
de waarneembare bewegingen van de
relatieve warenwaarde schuilgaand geheim."

1:08:00.159,1:08:02.769
Met stijgen en dalen van de markt.

1:08:02.769,1:08:07.359
"De ontdekking van dit geheim maakt een einde aan
de schijn van de louter toevallige bepaling van de

1:08:07.359,1:08:09.349
waardegrootte van het

1:08:09.349,1:08:16.349
arbeidsproduct, maar niet aan de
zakelijke vorm van die bepaling."

1:08:18.900,1:08:23.440
Binnen deze marktschommelingen
en de onzichtbare hand van de markt, is er

1:08:23.440,1:08:25.939
een regelend principe dat naar voor komt,

1:08:25.939,1:08:28.509
en het regelende principe

1:08:28.509,1:08:32.579
is dat van de
sociaal noodzakelijke arbeidstijd,

1:08:32.579,1:08:34.729
belichaamd in de waren,

1:08:34.729,1:08:35.859
die de gemiddelde

1:08:35.859,1:08:40.259
ruil ratio
vaststelt tot de andere waren.

1:08:40.259,1:08:46.969
En dit zal het ordenende
principe worden.

1:08:46.969,1:08:49.689
Dit is dan, het eerste deel van

1:08:49.689,1:08:52.140
het fetisjisme argument.

1:08:52.140,1:08:55.659
Het 2e deel begint onmiddellijk erna,

1:08:55.659,1:09:01.119
als Marx het behandelt in
de denkwereld.

1:09:01.119,1:09:04.789
Hoe denken we over de wereld,

1:09:04.789,1:09:09.509
wanneer fysieke indicaties

1:09:09.509,1:09:12.069
zeggen: het ziet er uit als dit,

1:09:12.069,1:09:19.069
wanneer we het begrijpen als dat.

1:09:20.089,1:09:23.089
De fetisjisme notie

1:09:23.089,1:09:25.139
suggereert dat er een

1:09:25.139,1:09:27.979
onderliggende zienswijze is,

1:09:27.979,1:09:32.279
die anders is dan
aan de oppervlakte.

1:09:32.279,1:09:37.539
En Marx maakt ergens
de opmerking:

1:09:37.539,1:09:42.579
indien alles zou zijn zoals het verschijnt, er geen
wetenschap nodig zou zijn.

1:09:42.579,1:09:46.329
En hij probeert een wetenschap van
politieke economie te construeren.

1:09:46.329,1:09:48.649
Hij is er zeer serieus over.

1:09:48.649,1:09:51.400
Zodoende probeert hij een apparaat te

1:09:51.400,1:09:53.179
maken dat voorbij gaat aan het

1:09:53.179,1:09:57.509
fetisjisme, dat verder gaat dan het
oppervlakte verschijnsel. Hoe doe je dat?

1:09:57.509,1:10:02.130
En hoe hebben anderen dit
vraagstuk benadert?

1:10:02.130,1:10:05.730
Wat hij constateert is, dat vele
mensen de vraag niet stellen, ze worden

1:10:05.730,1:10:11.589
misleid door de oppervlakte verschijnselen.

1:10:11.589,1:10:17.030
Maar teruggaande naar het cruciale:
ze verschijnen zoals ze echt zijn, de verschijningen

1:10:17.030,1:10:23.269
zijn niet simpelweg illusies.

1:10:23.269,1:10:28.030
We gaan inderdaad naar de (super)markt,
we gaan winkelen, we geven geld uit,

1:10:28.030,1:10:29.840
we doen al deze dingen.

1:10:29.840,1:10:31.830
Dat is wat we doen.

1:10:31.830,1:10:38.679
En we zien ons dit doen,
deze handelingen, het is werkelijkheid.

1:10:38.679,1:10:43.319
En deze werkelijkheid, daarmee moet je
rekening houden. M. a. w.:

1:10:43.319,1:10:51.679
rekening houden met de realiteit en tegelijk
met de onderliggende structuur rekening houden.

1:10:51.679,1:10:54.269
Dit nu is een vertrouwde handeling

1:10:54.269,1:10:58.949
bij vele wetenschappelijke
inspanningen.

1:10:58.949,1:11:03.320
Wat doet de psychoanalyse dan
als het niet zegt: Kijk, het

1:11:03.320,1:11:08.560
uiterlijke gedrag
verbergt iets anders.

1:11:08.560,1:11:10.850
Een psychoanalist zou niet zeggen:

1:11:10.850,1:11:15.190
die agressieveling die met
een mes zwaait, voelt zich onzeker,

1:11:15.190,1:11:18.759
dus maak je er geen zorgen over.

1:11:18.759,1:11:20.569
Je maakt dat je weg komt.

1:11:20.569,1:11:24.260
Je zegt niet dat dit een illusie is,

1:11:24.260,1:11:25.810
dat het niet echt is.

1:11:25.810,1:11:30.459
Maar je weet dat er iets is op de
achtergrond, dat anders is dan wat

1:11:30.459,1:11:33.959
verschijnt aan de oppervlakte. Marx
maakt een gelijkaardige redenering,

1:11:33.959,1:11:35.669
in feite is hij een pionier

1:11:35.669,1:11:39.719
met deze redenering in de sociale wetenschap.

1:11:39.719,1:11:42.030
En velen, denk ik, hebben

1:11:42.030,1:11:44.439
deze mogelijkheid van hem.

1:11:44.439,1:11:47.590
Maar dan stelt hij belang in, hoe

1:11:47.590,1:11:50.469
de oppervlakte verschijnselen in de

1:11:50.469,1:11:59.760
klassieke politieke economie zijn geïnterpreteerd.

1:12:00.090,1:12:01.669
En, zoals hij zegt

1:12:01.669,1:12:05.429
[op p. 33 onderaan]: "Het
overdenken van de vormen van het menselijke

1:12:05.429,1:12:09.809
leven, dus ook hun wetenschappelijke analyse, slaat
trouwens algemeen een richting in, welke

1:12:09.809,1:12:11.570
tegengesteld is aan die van de werkelijke ontwikkeling.

1:12:11.570,1:12:15.860
Het begint post festum (…) en derhalve
met de reeds bereikte resultaten van het

1:12:15.860,1:12:16.799
ontwikkelingsproces." Dat is:

1:12:16.799,1:12:20.459
we moeten deze wereld begrijpen en we moeten
teruggaan naar waar het

1:12:20.459,1:12:23.449
vandaan komt.

1:12:23.449,1:12:27.479
"Zo was," zegt hij, "het enkel
de analyse van de prijzen van de waren,

1:12:27.479,1:12:30.840
die tot de bepaling
van de waardegrootte leidde …"

1:12:30.840,1:12:32.750
We begonnen in de supermarkt,

1:12:32.750,1:12:36.199
vragend, wat is
een gemeenschappelijke waarde?

1:12:36.199,1:12:40.639
"Het is … juist deze voltooide vorm, de geldvorm van
de warenwereld, die het maatschappelijk

1:12:40.639,1:12:42.649
karakter van de individuele arbeid,

1:12:42.649,1:12:45.819
dus de maatschappelijke verhoudingen van de
individuele arbeiders

1:12:45.819,1:12:49.949
met een sluier
omhulde in plaats

1:12:49.949,1:12:53.369
van deze aan het licht te brengen."

1:12:53.369,1:12:58.119
Hij gaat dan verder met te spreken over
burgerlijke economische categorieën.

1:12:58.119,1:13:02.619
Hij zegt: "… Het zijn maatschappelijk
geldige, dus objectieve gedachtevormen voor de

1:13:02.619,1:13:06.480
productieverhoudingen van deze

1:13:06.480,1:13:11.139
historisch bepaalde
maatschappelijke productiewijze.

1:13:11.139,1:13:15.349
… Alle mystiek van de warenwereld, al het getover
en het gespook waarmee de arbeidsproducten op

1:13:15.349,1:13:17.760
grondslag van de warenproductie worden

1:13:17.760,1:13:19.900
omneveld, verdwijnt dus zodra we onze

1:13:19.900,1:13:23.849
toevlucht nemen tot andere productievormen."

1:13:23.849,1:13:30.599
Dan vermaakt hij zich met
de Robinson Crusoe mythe.

1:13:30.599,1:13:33.150
De Robinson Crusoe mythe werd

1:13:33.150,1:13:38.380
gebruikt door de economisten toen,
om te fantaseren hoe iemand

1:13:38.380,1:13:43.369
zou handelen in een natuurlijke staat, hoe men zou

1:13:43.369,1:13:47.309
beslissen zijn leven te ordenen,
hoe men zou beslissen hun leven te ordenen en zijn

1:13:47.309,1:13:50.769
relatie tot de natuur, wat te doen en hoe het te doen,
dat soort van zaken.

1:13:50.769,1:13:54.349
En Defoe schreef zo een mythe

1:13:54.349,1:13:58.950
en eigenlijk is de Crusoe-economie een
belangrijk aspect geworden

1:13:58.950,1:14:01.089
in de politieke economische theorie.

1:14:01.089,1:14:04.949
Maar wat Marx doet, is zich
vermaken met en wijzen op het feit dat:

1:14:04.949,1:14:09.339
"… onze Robinson, die bij zijn
schipbreuk horloge,

1:14:09.339,1:14:14.029
grootboek, inkt en
pen heeft weten te redden, begint als

1:14:14.029,1:14:16.409
echte Engelsman al spoedig over zichzelf
te boekhouden."

1:14:16.409,1:14:21.489
M. a. w., de fantasie ruste
op het Engelse politieke economische leven,

1:14:21.489,1:14:25.500
en wat de economisten deden
was het fantaseren hoe een

1:14:25.500,1:14:29.429
rationeel wezen in een
natuurlijke toestand zijn leven

1:14:29.429,1:14:32.769
zou regelen. Marx amuseert
zich er mee.

1:14:32.769,1:14:35.579
Hij zegt: laat ons
weg gaan van Robinsons eiland.

1:14:35.579,1:14:41.749
En terloops, ik denk dat de economen
het verkeerde verhaal van Defoe hadden

1:14:41.749,1:14:44.609
Zij moesten Moll Flanders genomen hebben,

1:14:44.609,1:14:50.349
wat veel beter is, ik bedoel, Moll is een
klassiek voorbeeld van een waren karakter.

1:14:50.349,1:14:54.249
Ze beweegt heen en weer en
speculeert op de passies van iedereen,

1:14:54.249,1:14:57.110
zoals iedereen
speculeert op haar passies.

1:14:57.110,1:15:00.929
En er is een wonderlijk
moment in Moll Flanders waar ze

1:15:00.929,1:15:06.349
al haar laatste geld uitgeeft aan
het huren van een koets en

1:15:06.349,1:15:09.829
zeer elegant naar een bal gaat,
waar ze een man ontmoet,

1:15:09.829,1:15:13.449
en ze samen dansen en ze beslissen
weg te gaan, te trouwen, en in

1:15:13.449,1:15:15.960
de lokale herberg
worden ze de volgende ochtend wakker en hij zegt:

1:15:15.960,1:15:18.530
Ik hoop dat je wat geld hebt want ik ben platzak.

1:15:18.530,1:15:21.790
En zij: Ik ben ook platzak, en
ze lachen beide verlossend, het is

1:15:21.790,1:15:23.949
een wonderlijk

1:15:23.949,1:15:27.429
moment, hoe botsingen tussen waren
kunnen plaatsgrijpen. Ze gaat dan naar de kolonies,

1:15:27.429,1:15:30.539
ze gaat naar Virginia, ze zit in de schuldenval…

1:15:30.539,1:15:32.179
Dit zou een veel betere

1:15:32.179,1:15:37.449
metafoor zijn voor wat kapitalisme is
dan Robinson Crusoe.

1:15:37.449,1:15:41.219
Maar we gingen weg van Robinsons eiland

1:15:41.219,1:15:43.169
om te kijken naar

1:15:43.169,1:15:47.650
een voorkapitalistische situatie.

1:15:47.650,1:15:53.859
De wereld van lijfeigenschap
in middeleeuws Europa.

1:15:53.859,1:15:56.480
Hij heeft het over de herendienst, waarin

1:15:56.480,1:16:00.980
"… maatschappelijke verhoudingen", zegt hij,
"van de personen in hun arbeid komen in

1:16:00.980,1:16:03.550
ieder geval als
hun eigen persoonlijke verhoudingen

1:16:03.550,1:16:06.729
te voorschijn en deze zijn niet
vermomd als maatschappelijke verhoudingen

1:16:06.729,1:16:09.779
van dingen, van arbeidsproducten."

1:16:09.779,1:16:15.439
En als je werkt voor de heer, dan
werk je zo veel uren voor de heer op

1:16:15.439,1:16:16.790
zijn land.

1:16:16.790,1:16:20.349
Dat is, bedoel ik, een
persoonlijke verhouding van afhankelijkheid.

1:16:20.349,1:16:22.449
Daar is niets

1:16:22.449,1:16:26.650
duister aan, niets ondoorzichtig,
en hij zegt hetzelfde over de

1:16:26.650,1:16:29.569
patriarchale overheersing, industrie, een boerenfamilie.

1:16:29.569,1:16:32.449
Hij gaat verder op

1:16:32.449,1:16:34.820
[bijna bovenaan op p. 36]:

1:16:34.820,1:16:36.569
"Laten we ons tenslotte, voor de verandering,

1:16:36.569,1:16:41.069
een vereniging van vrije mensen voorstellen,
die met gemeenschappelijke productiemiddelen

1:16:41.069,1:16:45.210
werken en die hun veelsoortige
individuele arbeidskrachten zelfbewust

1:16:45.210,1:16:48.609
als een enkele maatschappelijke
arbeidskracht besteden."

1:16:48.609,1:16:52.099
Dit is een van die zeldzame plaatsen waar Marx
spreekt met verbeelding over wat

1:16:52.099,1:16:56.840
socialisme zou moeten gaan.
Opnieuw,

1:16:56.840,1:17:00.829
hij zegt: "Alle kenmerken van de arbeid van Robinson
gelden ook hier, maar maatschappelijk

1:17:00.829,1:17:03.239
en niet individueel."

1:17:03.239,1:17:05.130
Hij gaat verder met te spreken over

1:17:05.130,1:17:09.629
de wijze waarop de sociale
verhoudingen in zo een maatschappij

1:17:09.629,1:17:16.629
met, op [p. 36 onderaan], "De maatschappelijke be-
trekkingen (…) tot hun arbeid en producten duidelijk
en eenvoudig."

1:17:16.780,1:17:21.350
Hij spreekt dus over een specifieke kwaliteit,

1:17:21.350,1:17:24.989
de ondoorzichtige kwaliteit van sociale relaties

1:17:24.989,1:17:28.670
komend uit het kapitalisme, en
stelt ze tegenover alternatieve

1:17:28.670,1:17:33.260
productievormen, om de
specificiteit te belichten

1:17:33.260,1:17:37.159
van de wereld waar we in leven.

1:17:37.159,1:17:40.250
Hij geeft dan

1:17:40.250,1:17:42.469
wat commentaar die nogal

1:17:42.469,1:17:46.249
interessant is en controversieel:

1:17:46.249,1:17:50.449
"De algemene maatschappelijke productieverhoudingen,
van een maatschappij van warenproducenten worden ge-

1:17:50.449,1:17:54.039
kenmerkt door het feit, dat de producenten hun produc-
ten als waren, dus als waardemassa's beschouwen; in

1:17:54.039,1:17:58.730
deze zakelijke vorm wordt hun individuele arbeid onder-
ling vergeleken als identieke menselijke arbeid. De

1:17:58.730,1:18:02.310
voor een dergelijke maatschappij meest geschikte
vorm van religie is het

1:18:02.310,1:18:05.459
christendom met zijn eredienst
van de abstracte mens, vooral

1:18:05.459,1:18:09.789
de burgerlijke ontwikkeling van het christendom:
het protestantisme, deïsme, enz."

1:18:09.789,1:18:12.270
Nu, je weet,

1:18:12.270,1:18:15.710
Max Weber draaide deze stelling

1:18:15.710,1:18:19.619
later om, zeggende dat kapitalisme een uitdrukking
was van dat geloof, terwijl

1:18:19.619,1:18:20.900
Marx zegt:

1:18:20.900,1:18:23.789
de godsdienstige transformatie was

1:18:23.789,1:18:25.209
een breuk, een reflectie, op deze

1:18:25.209,1:18:29.649
opkomende waren verhoudingen,
en het opkomen van de waardetheorie

1:18:29.649,1:18:30.250
en de waarde van

1:18:30.250,1:18:33.980
abstracte menselijke arbeid,
en al dit soort dingen.

1:18:33.980,1:18:36.780
En dat de specifieke vorm van godsdienst,

1:18:36.780,1:18:39.119
op een moment, beweegt parallel

1:18:39.119,1:18:45.799
aan de transformaties van de
economische en politieke structuur.

1:18:45.799,1:18:50.039
En hij gaat verder met commentaar als: "In de
productiewijze van de oud-Aziatische maatschappij,

1:18:50.039,1:18:53.170
van het oude Griekenland en dergelijke
speelt de omzetting van product in waar - en dus

1:18:53.170,1:18:58.129
het bestaan van mensen als warenproducenten
- een ondergeschikte rol…"

1:18:58.129,1:19:02.799
Hij spreekt over de impact van

1:19:02.799,1:19:06.909
de marktruil op geloofsvormen.

1:19:06.909,1:19:09.500
En deze geloofsvormen beïnvloeden natuurlijk

1:19:09.500,1:19:14.900
wat hij noemt [op p. 37],
"de navelstreng der natuurlijke verwantschap

1:19:14.900,1:19:20.049
met anderen, hetzij op
directe verhoudingen van macht en onderdrukking.

1:19:20.049,1:19:23.379
Zij worden gekenmerkt door een lage graad van
ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit en door

1:19:23.379,1:19:24.880
de daarmee corresponderende

1:19:24.880,1:19:28.920
beperkte verhoudingen tussen de mensen binnen
het productieproces van hun materiële

1:19:28.920,1:19:29.659
levensbehoeften en dus ook

1:19:29.659,1:19:33.419
door de verhoudingen tot elkaar
en tot de natuur. Deze werkelijke

1:19:33.419,1:19:37.989
beperking wordt op het ideële vlak weerspiegeld
door de oude natuur- en volksgodsdiensten".

1:19:37.989,1:19:42.059
Hij gaat verder met te spreken, wat verderop,
"De gedaante van het proces van het maatschap-

1:19:42.059,1:19:44.199
pelijke leven, dat wil zeggen van het materiële
productieproces, ontdoet zich pas dan van de

1:19:44.199,1:19:47.120
geheimzinnige nevelsluier wanneer zij het voortbreng-
sel is van mensen, die zich uit vrije wil hebben

1:19:47.120,1:19:50.919
en wanneer zij onder het bewuste en
stelselmatige toezicht van die mensen staat.

1:19:50.919,1:19:54.380
Hiervoor is echter een materiële

1:19:54.380,1:19:58.409
basis of een reeks
materiële bestaansvoorwaarden

1:19:58.409,1:20:05.409
nodig, die zelf weer de natuurlijke uitkomst
zijn van een lang en pijnlijk ontwikkelingsproces."

1:20:06.919,1:20:12.780
Dit is Marx in zijn bespiegelend denken,

1:20:12.780,1:20:17.000
sprekende hoe ideeën en geloof

1:20:17.000,1:20:19.749
niet immuun zijn,

1:20:19.749,1:20:24.699
en dat natuurlijk, is iets dat
meegedragen wordt de volgende bladzijden.

1:20:24.699,1:20:27.469
Natuurlijk is er veel debat over

1:20:27.469,1:20:29.380
de mate dat we hieraan

1:20:29.380,1:20:32.099
geloof kunnen geven.

1:20:32.099,1:20:33.989
Maar het is duidelijk,

1:20:33.989,1:20:39.599
zoals hij zegt op het einde
van [p. 39],

1:20:39.599,1:20:41.809
dat hij een

1:20:41.809,1:20:46.800
reductionistisch argument herhaalt,

1:20:46.800,1:20:49.969
als hij zegt, in de voetnoot:

1:20:49.969,1:20:52.909
"Het ging over mijn bewering
dat de bepaalde productiewijze

1:20:52.909,1:20:57.760
en de telkens met deze corresponderende
productieverhoudingen, kortom de 'de

1:20:57.760,1:21:00.320
economische structuur van de maatschappij,

1:21:00.320,1:21:05.129
de reële basis is, waarop een
juridische en politieke bovenbouw is

1:21:05.129,1:21:09.440
gegrondvest en waarmee bepaalde maatschappelijke
vormen van bewustzijn corresponderen'

1:21:09.440,1:21:14.449
dat 'de productiewijze van het materiële
leven het proces van het sociale, politieke en

1:21:14.449,1:21:17.399
geestelijke leven zonder meer beheerst.'"

1:21:17.399,1:21:20.789
Dit nu is de redenering die hij uiteenzette

1:21:20.789,1:21:22.270
in de introductie van de

1:21:22.270,1:21:25.010
Bijdrage tot de kritiek op de politieke economie,

1:21:25.010,1:21:28.739
en hij blijft er bij in Het kapitaal.

1:21:28.739,1:21:31.150
Het is een reductionistische redenering

1:21:31.150,1:21:32.800
die zegt dat

1:21:32.800,1:21:35.909
beginnen met een begrijpen
van het arbeidsproces

1:21:35.909,1:21:39.989
en de aard van het arbeidsproces
en waar het arbeidsproces om gaat,

1:21:39.989,1:21:43.039
hoe mensen hun productie organiseren,

1:21:43.039,1:21:44.449
op die basis

1:21:44.449,1:21:47.079
kan je heel veel zeggen over

1:21:47.079,1:21:49.449
politiek, recht,

1:21:49.449,1:21:53.319
geloofsvormen en dergelijke.

1:21:53.319,1:21:54.899
Je kan er niet van houden, van

1:21:54.899,1:21:58.689
de reductionistische redenering en je kan niet
akkoord gaan, maar ik denk dat het duidelijk moet

1:21:58.689,1:22:00.919
zijn dat Marx zegt dat,

1:22:00.919,1:22:03.379
dat is wat hij gelooft, dat wat hij

1:22:03.379,1:22:08.719
denkt significant is.

1:22:08.719,1:22:10.339
Mijn zienswijze is dat het

1:22:10.339,1:22:12.590
een inspirerend idee is,

1:22:12.590,1:22:17.169
maar, zoals de meeste reductionistische
redeneringen, uiteindelijk faalt.

1:22:17.169,1:22:21.149
Maar met het innemen van de reductionistische
positie begin je allerlei dingen te zien

1:22:21.149,1:22:22.989
die je anders niet zou zien.

1:22:22.989,1:22:27.280
En zonder die reductionistische
impuls zou Marx nooit

1:22:27.280,1:22:30.869
begrepen hebben de wijze der dingen.

1:22:30.869,1:22:35.099
Je vindt een analoog reductionisme,
in de biologische wetenschappen,

1:22:35.099,1:22:37.799
waar de evolutie herleid wordt tot

1:22:37.799,1:22:39.920
microfysica en al de rest.

1:22:39.920,1:22:41.139
En opnieuw,

1:22:41.139,1:22:45.920
je kan zeggen: uiteindelijk faalt
de redenering, maar het feit is dat de evolutie

1:22:45.920,1:22:51.310
en de genetische geschiedenis nu
ingebed zijn bij elkaar, en dat

1:22:51.310,1:22:55.470
het zoeken naar reductionisme ongelooflijk
belangrijke inzichten heeft geproduceerd

1:22:55.470,1:22:58.860
in de biologie, juist zoals
ik wil argumenteren

1:22:58.860,1:23:00.820
dat Marx' reductionisme

1:23:00.820,1:23:04.719
hanteert en
belangrijk is in

1:23:04.719,1:23:07.229
zijn onderzoeksmethode

1:23:07.229,1:23:11.129
en onderzoeksdrift,

1:23:11.129,1:23:15.219
en één van de dingen die storen, is dat
mensen zeggen: oh het is reductionistisch

1:23:15.219,1:23:19.309
daarom geloof ik het niet.

1:23:19.309,1:23:22.949
Als men niet bereid is reductionistisch
te zijn over dingen

1:23:22.949,1:23:25.849
die we niet kennen, kunnen we moeilijk ook
maar iets kennen.

1:23:25.849,1:23:29.539
En in feite zijn we
constant bezig met complexiteit te reduceren

1:23:29.539,1:23:31.679
tot eenvoud.

1:23:31.679,1:23:36.459
Dat is waarover begrip
en kennis gaat.

1:23:36.459,1:23:40.329
En oké, we begrijpen dat de wereld
gecompliceerd is, en aan de kant,

1:23:40.329,1:23:42.510
eens dat je vereenvoudigd hebt,

1:23:42.510,1:23:45.540
kan je de complexiteit
op een andere mannier begrijpen, en dat is wat

1:23:45.540,1:23:48.199
Marx, denk ik, doet voor ons. Maar hij is

1:23:48.199,1:23:52.539
erg voorop hier, in wat
hij doet en in deze passages

1:23:52.539,1:23:55.019
is hij erg expliciet over

1:23:55.019,1:23:59.349
hoe deze geloofsvormen
niet geïsoleerd kunnen worden

1:23:59.349,1:24:03.379
van de aard van
het politieke economische proces

1:24:03.379,1:24:06.769
dat plaatsgrijpt.

1:24:06.769,1:24:08.369
Maar opnieuw, ik wil benadrukken,

1:24:08.369,1:24:11.520
de voetnoot op [p. 38],

1:24:11.520,1:24:16.050
voetnoot 32,

1:24:16.050,1:24:20.599
is een belangrijke voetnoot omdat hij daar
het heeft over, wat hij noemt, het grote falen van

1:24:20.599,1:24:27.469
de klassieke politieke economie.

1:24:27.469,1:24:30.549
Waar hij hier op wijst is

1:24:30.549,1:24:36.269
dat we niet een zelfde
vergissing moeten maken met het behandelen

1:24:36.269,1:24:39.109
van de waardetheorie, de arbeidswaardetheorie

1:24:39.109,1:24:43.860
als een eeuwige natuurlijke vorm van maatschappelijke
productie.

1:24:43.860,1:24:46.230
Het is een historische constructie,

1:24:46.230,1:24:52.400
en aldus kan het historisch gedeconstrueerd.

1:24:52.400,1:24:55.109
Maar de klassieke politieke economen behandelen

1:24:55.109,1:24:58.599
de arbeidswaardeleer als natuurlijk.

1:24:58.599,1:25:02.570
Als iets dat was, daarom
gaan ze terug tot een Robinson Crusoe.

1:25:02.570,1:25:06.340
Wat zou een natuurmens doen in een natuurlijke
omgeving? Hij zou doen wat Robinson

1:25:06.340,1:25:10.389
Crusoe deed. Dit is wat de bourgeois

1:25:10.389,1:25:19.339
denkt te moeten gebeuren
in de 17e eeuw.

1:25:20.300,1:25:23.750
En zoals hij zegt op [p. 38]:

1:25:23.750,1:25:27.749
bourgeois politieke economie, zegt hij,
"…heeft nooit ook maar de vraag gesteld

1:25:27.749,1:25:32.400
waarom deze inhoud die vorm aanneemt,
waarom dus de arbeid zich in de waarde

1:25:32.400,1:25:34.689
en de door de tijdsduur gemeten

1:25:34.689,1:25:38.729
arbeid zich in de waardegrootte van het
arbeidsproduct uitdrukt.

1:25:38.729,1:25:41.239
Formules, waaruit men

1:25:41.239,1:25:43.870
zonder moeite kan aflezen dat zij behoren

1:25:43.870,1:25:46.070
tot een periode van de maatschappelijke

1:25:46.070,1:25:50.629
ontwikkeling waarin het productieproces de
mens, de mens nog niet het productieproces

1:25:50.629,1:25:55.219
in zijn macht heeft, bezitten voor
hun burgerlijk bewustzijn een even

1:25:55.219,1:26:00.710
vanzelfsprekende, volstrekte noodzakelijkheid
als de productieve arbeid zelve."

1:26:00.710,1:26:06.269
Dit is een vernietigende
kritiek op de klassieke politieke economie.

1:26:06.269,1:26:10.829
In zekere zin was het zo vernietigend dat,

1:26:10.829,1:26:14.639
met al de drukte na Marx,

1:26:14.639,1:26:15.690
de economie moest vinden…,

1:26:15.690,1:26:20.399
de arbeidswaardetheorie moest prijsgeven.

1:26:20.399,1:26:24.780
Wat dus de marginale economisten deden
halfweg 19e eeuw, geconfronteerd met

1:26:24.780,1:26:28.870
deze kritiek, was: de enige
mannier hiermee om te gaan is

1:26:28.870,1:26:31.289
de arbeidswaardeleer als rommel te zien.

1:26:31.289,1:26:35.739
Zo komen we tot een marginalistische theorie
van waarde, die compleet anders is

1:26:35.739,1:26:37.110
in de waarde structuur.

1:26:37.110,1:26:41.830
Een economie reconstrueren als een
neoklassieke economie, eerder dan een klassieke

1:26:41.830,1:26:43.469
politieke economie.

1:26:43.469,1:26:46.910
Maar met dit te doen, is het
moeilijk bij de arbeidswaardetheorie te blijven.

1:26:46.910,1:26:53.420
En het moest gelost worden, of anders
eindigde je met een marxist te zijn,

1:26:53.420,1:26:58.329
en niemand wil dit zijn, dus,
klassieke politieke economen

1:26:58.329,1:27:02.460
werden verworpen, opzij geduwd,
grotendeels omdat Marx

1:27:02.460,1:27:07.380
deze kritiek maakte, die het
onmogelijk maakte deze positie aan te houden,

1:27:07.380,1:27:13.779
zonder de kracht
te erkennen van wat Marx zegt.

1:27:13.779,1:27:17.579
En op [p. 39] zegt hij dit:
"Hoezeer het met de warenwereld verbonden

1:27:17.579,1:27:21.499
fetisjisme of de materiële schijn
van de maatschappelijke arbeidsverhoudingen

1:27:21.499,1:27:26.170
een deel van de economen in verwarring heeft
gebracht, wordt wel bewezen door het langdradige,

1:27:26.170,1:27:32.280
afgezaagde getwist over het aandeel
van de natuur in de vorming van de ruilwaarde."

1:27:32.280,1:27:34.739
Dit gaat verder natuurlijk.

1:27:34.739,1:27:38.800
"Aangezien ruilwaarde een bepaalde maat-
schappelijke manier is om de aan een ding bestede

1:27:38.800,1:27:42.179
arbeid tot uitdrukking te brengen, kan zij niet
meer natuurstof bevatten dan, bv.

1:27:42.179,1:27:44.259
de wisselkoers."

1:27:44.259,1:27:47.289
En hij vervolgt met te spreken over

1:27:47.289,1:27:52.909
de fysiocratische illusie dat de grondrente
ontstaat uit de bodem, niet uit de maatschappij.

1:27:52.909,1:27:55.289
En dan wat grappigheden

1:27:55.289,1:27:58.030
waar hij spreekt over de

1:27:58.030,1:28:01.320
wijze waarop, als de waren konden
spreken, wat zij zeggen zouden. In feite, die

1:28:01.320,1:28:03.049
waren-taal is er en ik

1:28:03.049,1:28:07.589
heb er niet over gesproken,
maar het is iets dat intrigeert.

1:28:07.589,1:28:11.190
Oké, dat is warenfetisjisme,
heeft iemand die

1:28:11.190,1:28:15.599
observaties? Ik bedoel, ik wil niet
Marx' hoofdthese debatteren, dat kan een andere

1:28:15.599,1:28:20.429
keer. Ik wil doorgaan naar hoofdstuk 2,

1:28:20.429,1:28:23.699
laat ons dat doen.

1:28:23.699,1:28:29.369
Hoofdstuk 2 is, hoop ik, niet te moeilijk.

1:28:29.369,1:28:33.210
Wat Marx hier doet is eenvoudig het kaderen

1:28:33.210,1:28:38.819
van de ruil voorwaarden.

1:28:38.819,1:28:39.790
Hij start met het

1:28:39.790,1:28:44.119
laten zien dat, natuurlijk,

1:28:44.119,1:28:47.670
waren niet zelf naar de
markt gaan, ze hebben bezitters.

1:28:47.670,1:28:54.670
We hebben dus te spreken, niet over waren, maar
over de verhouding tussen waren en hun bezitters.

1:28:55.189,1:28:57.990
Wat hij doet is het voorstellen

1:28:57.990,1:29:01.429
van een maatschappij waarin,

1:29:01.429,1:29:05.590
bovenaan [p. 41],
zegt hij, "Zij moeten elkaar dus wederzijds erkennen

1:29:05.590,1:29:07.989
als particuliere bezitters. Deze

1:29:07.989,1:29:09.800
rechtsbetrekking, die het

1:29:09.800,1:29:12.370
contract tot vorm heeft,

1:29:12.370,1:29:16.110
is - al dan niet legaal ontwikkeld - een wils-
verhouding waarin de economische verhouding zich

1:29:16.110,1:29:18.819
weerspiegelt. De inhoud

1:29:18.819,1:29:23.260
van deze rechtsbetrekking (…) wordt door de
economische verhouding zelf bepaald.

1:29:23.260,1:29:26.989
Hier bestaan de personen slechts voor elkaar als
vertegenwoordigers van de waar."

1:29:26.989,1:29:33.219
En als hij zegt, we gaan nu kijken naar "(…)
waarin de personen op het economische toneel (…)"

1:29:33.219,1:29:40.219
"personificaties zijn van de economische
verhoudingen."

1:29:42.729,1:29:44.479
Laat ons het laatste eerst nemen.

1:29:44.479,1:29:49.839
Hij kijkt doorheen het
kapitaal in termen van personificaties

1:29:49.839,1:29:51.379
van sociale verhoudingen.

1:29:51.379,1:29:55.750
Hij komt niet te spreken over individuen.

1:29:55.750,1:29:59.090
Hij spreekt over kopers en verkopers,

1:29:59.090,1:30:01.619
kapitalisten en arbeiders.

1:30:01.619,1:30:03.400
Hij spreekt over mensen

1:30:03.400,1:30:05.689
in rollen.

1:30:05.689,1:30:08.769
De analyse gaat over

1:30:08.769,1:30:12.029
wat mensen doen in deze rollen.

1:30:12.029,1:30:16.550
Individuen kunnen vele verschillende rollen

1:30:16.550,1:30:19.809
aannemen, maar het is een vertrouwde

1:30:19.809,1:30:22.919
stijlfiguur om te zeggen, wel, we gaan naar de

1:30:22.919,1:30:26.070
rollen kijken, eerder dan naar mensen.

1:30:26.070,1:30:31.050
En je zou niet de redenering maken

1:30:31.050,1:30:34.619
dat een discussie over de verhouding tussen

1:30:34.619,1:30:37.429
chauffeurs en voetgangers in de

1:30:37.429,1:30:39.239
straten van Manhattan

1:30:39.239,1:30:41.320
is ongerechtigd is omdat

1:30:41.320,1:30:45.280
mensen tegelijk chauffeurs en voetgangers zijn.

1:30:45.280,1:30:47.380
We spreken niet over individuen.

1:30:47.380,1:30:50.210
Je zegt, het blijft waard om te
spreken over de relaties tussen

1:30:50.210,1:30:55.439
voetgangers en chauffeurs

1:30:55.439,1:30:59.509
omdat er iets belangrijk aan de
hand is, en natuurlijk,

1:30:59.509,1:31:03.199
op een dag, dat je chauffeur bent,
foeter je op voetgangers en als je

1:31:03.199,1:31:06.790
voetganger bent, foeter je op chauffeurs.

1:31:06.790,1:31:09.949
Marx komt dus te spreken over rollen,

1:31:09.949,1:31:11.429
voortdurend.

1:31:11.429,1:31:14.429
En niet veel
over individuen, ik bedoel,

1:31:14.429,1:31:19.079
occasioneel wel, maar grotendeels
over rollen.

1:31:19.079,1:31:24.059
En de rollen, hier,
zijn strikt bepaald.

1:31:24.059,1:31:30.590
Hij erkend individuen

1:31:30.590,1:31:34.429
die eigendomsverhoudingen hebben over

1:31:34.429,1:31:37.419
de waar,

1:31:37.419,1:31:43.790
en die ze verhandelen onder
dwang-vrije condities.

1:31:43.790,1:31:48.530
Dat is, er is wederkerig

1:31:48.530,1:31:53.219
respect voor juridische rechten van individuen.

1:31:53.219,1:31:57.820
En dit is een beschrijving
van een soort wettelijkheid en

1:31:57.820,1:32:02.559
politiek kader van
degelijk functionerende markten.

1:32:02.559,1:32:06.109
En in die context wijst hij op:

1:32:06.109,1:32:09.800
De waren zijn, zegt hij
op [p. 41 onderaan], "Als geboren

1:32:09.800,1:32:15.279
gelijkheidsprediker en cynicus, staat de waar

1:32:15.279,1:32:22.279
steeds op het punt niet alleen van ziel, maar ook
van lichaam te wisselen met iedere andere waar…"

1:32:23.099,1:32:27.260
De bezitter is bereid ze van de hand te doen,

1:32:27.260,1:32:31.389
de koper is bereid ze te nemen.

1:32:31.389,1:32:38.940
"Alle", zegt hij, "waren zijn niet-gebruikswaarden
voor hun bezitters, gebruikswaarden voor hun
niet-bezitters.

1:32:38.940,1:32:44.159
Zij moeten dus alom van eigenaar veranderen."

1:32:44.159,1:32:49.579
Opnieuw, zijn redenering hier
is specifiek historisch.

1:32:49.579,1:32:54.949
Zo geeft hij sneer naar
Proudhon, in [voetnoot 38],

1:32:54.949,1:32:58.420
en de anarchistische zienswijze,

1:32:58.420,1:33:03.399
omdat eigenlijk hij zegt:
wat Proudhon deed was het nemen

1:33:03.399,1:33:08.020
van rechtvaardigheid,
burgerlijke rechtvaardigheid,

1:33:08.020,1:33:11.760
en de burgerlijke notie van arbeid

1:33:11.760,1:33:14.380
en inbreng van arbeid,

1:33:14.380,1:33:19.749
als basis van constructie van een alternatieve
maatschappij die, voor Marx, bespottelijk is,

1:33:19.749,1:33:23.400
omdat je de

1:33:23.400,1:33:27.600
pure vorm neemt van bourgeoisbewustzijn en

1:33:27.600,1:33:30.989
zegt, zo wil ik ontsnappen van

1:33:30.989,1:33:39.559
de bourgeoismaatschappij, en Marx
zegt: dat is nonsens.

1:33:39.559,1:33:43.049
Dus, waar we nu, in enige
mate, doorheen gaan,

1:33:43.049,1:33:50.049
is het recapituleren van de wijze
waarop geld kristalliseert.

1:33:50.110,1:33:57.110
Zoals hij zegt op [p. 43]: "De geldkristal is een
noodzakelijk product van het ruilproces (…)",

1:33:57.639,1:34:01.929
en "De historische verbreding en verdieping van
de ruil brengt de in de warennatuur sluimerende

1:34:01.929,1:34:05.679
tegenstelling van gebruikswaarde en
waarde tot ontwikkeling." We zijn dit idee,

1:34:05.679,1:34:08.610
deze tegenstelling, eerder tegengekomen.

1:34:08.610,1:34:10.920
Hij komt er nu op terug, maar uitgebreid.

1:34:10.920,1:34:14.979
"De noodzaak om in het handelsverkeer deze
tegenstelling zichtbaar te maken leidt tot

1:34:14.979,1:34:17.170
een zelfstandige vorm

1:34:17.170,1:34:21.329
van de warenwaarde, dit
proces komt niet eerder tot staan dan

1:34:21.329,1:34:25.220
wanneer aan deze noodzaak volledig is
voldaan door de differentiatie van de waar

1:34:25.220,1:34:27.550
in waar en geld."

1:34:27.550,1:34:28.270
Met andere woorden, dit gaat

1:34:28.270,1:34:30.949
opnieuw over verspreiding van het

1:34:30.949,1:34:35.940
ruilproces, ontwikkeling, en daardoor deze scheiding.

1:34:35.940,1:34:41.699
Deze scheiding veronderstelt,

1:34:41.699,1:34:45.760
zegt hij op [p. 43],
dat we te doen hebben met individuen en

1:34:45.760,1:34:47.269
private bezitters, en dat

1:34:47.269,1:34:52.769
"Op zichzelf staan de dingen buiten de mens
en kunnen dus van de hand worden gedaan."

1:34:52.769,1:34:54.889
Vervreemdbaar betekent hier:

1:34:54.889,1:35:00.719
Ze zijn geen deel van mijn zijn,
ik kan er vrij over beschikken.

1:35:00.719,1:35:05.480
En jij kan vrij beschikken over
wat je hebt. Als je iets hebt waaraan je gehecht

1:35:05.480,1:35:10.199
bent, ga je het niet weg doen,
de veronderstelling is dat

1:35:10.199,1:35:14.919
alle waren vervreemdbaar zijn op deze wijze.

1:35:14.919,1:35:19.099
En hij zegt op die pagina: we spreken
hier over "de voortdurende herhaling wordt de ruil

1:35:19.099,1:35:24.749
[daarmee] een regelmatig maatschappelijk proces."

1:35:24.749,1:35:28.659
Dit universeel en maatschappelijk equivalent

1:35:28.659,1:35:32.199
begint te werken doorheen de
verschillende maatschappelijke ordeningen.

1:35:32.199,1:35:34.579
Op [p. 45, bovenaan]
spreekt hij over de mannier waarop

1:35:34.579,1:35:39.909
"Naarmate de warenruil zich van de
lokale banden ontdoet,

1:35:39.909,1:35:44.309
dus de warenwaarde steeds meer
het aanzien van algemeen menselijke

1:35:44.309,1:35:45.039
arbeid krijgt,

1:35:45.039,1:35:49.030
hecht de geldvorm
zich aan waren,

1:35:49.030,1:35:53.019
die van nature geschikt zijn voor de
maatschappelijke functie van algemeen

1:35:53.019,1:36:00.000
equivalent:

1:36:00.000,1:36:05.000
de edele metalen."

1:36:05.000,1:36:09.409
Dit leidt hem tot een
importante reflectie op [p. 43],

1:36:09.409,1:36:13.729
[p. 45].

1:36:13.729,1:36:16.139
Onderaan [ … ], sorry,

1:36:16.139,1:36:17.329
en [p. 45, onderaan]:

1:36:17.329,1:36:21.719
"We hebben gezien dat de geldvorm niets anders
is dan de aan een waar vastgehechte

1:36:21.719,1:36:26.369
weerspiegeling van de betrekkingen tussen alle
andere waren. Dat geld een waar is,

1:36:26.369,1:36:29.090
is dus alleen maar een ontdekking

1:36:29.090,1:36:29.900
voor degene, die bij de analyse uitgaat

1:36:29.900,1:36:36.900
van de voltooide gedaanten."

1:36:37.479,1:36:41.849
Dit laat hem spreken over de
manier waarop geld symbolische vormen

1:36:41.849,1:36:45.609
kan aannemen. Maar dan gaat hij verder met:

1:36:45.609,1:36:51.269
in zekere zin "…elke waar is een symbool…"

1:36:51.269,1:36:55.509
Een symbool van wat?, wel,
een symbool van waarde.

1:36:55.509,1:37:02.509
"…omdat zij als waarde slechts stoffelijk omhulsel
is van de aan haar bestede menselijke arbeid."

1:37:02.649,1:37:08.780
Nu, frequent heb je mensen, sprekend
over wat we doen betreffende de symbolische

1:37:08.780,1:37:13.019
aspecten van de economieën, hoe
werken symbolische economieën?

1:37:13.019,1:37:18.839
Maar wat Marx hier opent is een mogelijkheid
deze analyse op te nemen, en het zou

1:37:18.839,1:37:23.710
aanpassingen vereisen, maar je kan
die vraag opnemen in de analyse,

1:37:23.710,1:37:26.329
omdat hij goed bewust is

1:37:26.329,1:37:28.099
dat vanaf het allereerste krijgen en gaan,

1:37:28.099,1:37:31.550
al de waren symbolisch zijn,

1:37:31.550,1:37:33.940
arbeid bevattende symbolen.

1:37:33.940,1:37:39.090
Daarom hebben we aldoor te maken
met symbolische economieën.

1:37:39.090,1:37:42.570
De aard van deze symbolische economieën

1:37:42.570,1:37:44.989
kan transformeren en verschuiven.

1:37:44.989,1:37:49.429
We kunnen dit zien in
onze huidige maatschappij.

1:37:49.429,1:37:50.819
Maar we moeten voorzichtig

1:37:50.819,1:37:53.239
zijn met het

1:37:53.239,1:37:56.840
losmaken van symbolische kwaliteiten

1:37:56.840,1:38:01.869
uit de verworteling ervan in de waardetheorie.

1:38:01.869,1:38:05.260
We moeten steeds deze
symbolische kwaliteiten terugbrengen

1:38:05.260,1:38:13.059
tot haar wortels. Zoals hij zegt,

1:38:13.059,1:38:15.150
op [p. 47],

1:38:15.150,1:38:19.939
"De moeilijkheid ligt niet in
het begrijpen dat geld een waar is,

1:38:19.939,1:38:24.550
maar hoe, waarom en waardoor een waar

1:38:24.550,1:38:29.769
geld is."

1:38:29.769,1:38:32.800
Dat is het raadsel waar hij mee speelt
in deze laatste

1:38:32.800,1:38:39.800
delen.

1:38:40.559,1:38:44.780
Dit leidt naar het spreken, [p. 48],
over de magie van geld,

1:38:44.780,1:38:48.110
tegen het einde.

1:38:48.110,1:38:52.179
Dan komt er een zeer belangrijke zin:

1:38:52.179,1:38:57.409
"De enkel atomistische houding van de mensen in
hun maatschappelijk productieproces

1:38:57.409,1:38:59.639
en dus de van

1:38:59.639,1:39:03.859
hun beheersing en van hun bewust individueel
handelen onafhankelijke, zakelijke

1:39:03.859,1:39:08.760
gedaante van hun eigen productieverhoudingen
komen in de eerste plaats tot uiting

1:39:08.760,1:39:12.879
in de omstandigheid, dat hun

1:39:12.879,1:39:17.789
arbeidsproducten algemeen
de warenvorm aannemen.

1:39:17.789,1:39:19.349
Het raadsel van het geldfetisjisme

1:39:19.349,1:39:20.879
is dus slechts het zichtbaar

1:39:20.879,1:39:24.539
geworden en onze ogen verblindende

1:39:24.539,1:39:29.229
raadsel van het warenfetisjisme."

1:39:29.229,1:39:31.759
Wat Marx hier doet is

1:39:31.759,1:39:37.380
is het accepteren van Adam Smiths kijk

1:39:37.380,1:39:42.789
op een perfect functionerende markteconomie

1:39:42.789,1:39:48.900
waarin de onzichtbare hand de beslissingen gidst.

1:39:48.900,1:39:51.309
Niemand heeft het bevel,

1:39:51.309,1:39:55.159
niemand kan commanderen,

1:39:55.159,1:39:57.879
iedereen functioneert volgens,

1:39:57.879,1:40:04.590
wat Marx later noemt, de
dwangwetten van de competitie in de markt.

1:40:04.590,1:40:08.190
Nu, Adam Smiths stelling was

1:40:08.190,1:40:12.249
dat individuele
motivaties van ondernemers en

1:40:12.249,1:40:16.099
autonoom handelende individuen in de markt

1:40:16.099,1:40:21.280
er niet toe doen, ze kunnen hebzuchtig zijn,
of onbaatzuchtig, wat ook.

1:40:21.280,1:40:24.739
Zij kunnen lief zijn, of griezelig,

1:40:24.739,1:40:28.429
maat uiteindelijk, argumenteerde Adam Smith,

1:40:28.429,1:40:33.739
autonome individuen,
vrij handelend in de markt,

1:40:33.739,1:40:38.690
de eigen wensen,
behoeften en verlangens van wat ze willen,

1:40:38.690,1:40:43.949
zou leiden tot een maatschappelijk resultaat,

1:40:43.949,1:40:50.949
bemiddelt door de onzichtbare hand van de
markt, strekkend ten goede van allen.

1:40:51.749,1:40:55.940
Marx accepteert deze zienswijze.

1:40:55.940,1:40:59.769
En ik denk dat het zeer
belangrijk is te begrijpen waarom.

1:40:59.769,1:41:05.029
Marx's Kapital is een kritiek
van de klassieke politieke economie.

1:41:05.029,1:41:08.449
Klassieke politieke economie beweert

1:41:08.449,1:41:11.790
dat als je de
markt haar werk laat doen,

1:41:11.790,1:41:14.840
alles oké is.

1:41:14.840,1:41:21.840
Als je de Staat uit het beeld
brengt, als je de monopolies uitroeit,

1:41:22.499,1:41:28.199
als je al deze dingen doet, zou je
eindigen met een maatschappelijke ordening die

1:41:28.199,1:41:32.739
ongelooflijk dynamisch en sociaal rechtvaardig is.

1:41:32.739,1:41:36.239
Dat was de utopische droom van Adam Smith.

1:41:36.239,1:41:38.339
Dat was Ricardo's utopische droom.

1:41:38.339,1:41:44.389
Dat was de utopie van de liberale theorie.

1:41:44.389,1:41:49.309
Nog steeds de utopische
droom van de neoliberale theorie.

1:41:49.309,1:41:54.309
Laat enkel de markt
werken en alles is oké.

1:41:54.309,1:41:57.409
Nu, Marx, op dit punt, heeft een keuze.

1:41:57.409,1:42:02.199
Hij kon ook zeggen dat de markten niet werken.

1:42:02.199,1:42:06.429
We weten allen dat er monopolies zijn, dat er
macht is … ,

1:42:06.429,1:42:08.430
troep en vernietiging van alles, zo,

1:42:08.430,1:42:16.379
ik ga het zelfs niet aanvaarden
zo'n utopisch project als mogelijkheid.

1:42:16.379,1:42:18.980
Of hij kan, wat hij hier doet, de

1:42:18.980,1:42:23.179
condities accepteren van die utopische droom,

1:42:23.179,1:42:25.119
en de vraag stellen:

1:42:25.119,1:42:30.300
zal het werkelijk ten goede zijn van iedereen?

1:42:30.300,1:42:35.590
De grote stelling die uit
Het Kapitaal komen zal, is: Nee!

1:42:35.590,1:42:39.320
Het zal slechts goed zijn voor de bourgeoisie,

1:42:39.320,1:42:42.799
ten goede van de grootbourgeoisie,

1:42:42.799,1:42:45.859
en het zal het verpesten voor de arbeiders,

1:42:45.859,1:42:48.570
links, rechts en centrum.

1:42:48.570,1:42:50.579
Hoe dichter je komt

1:42:50.579,1:42:56.239
tot toepassen van dit utopisch
project van de liberale theorie, neoliberale theorie,

1:42:56.239,1:42:59.229
hoe groter de niveaus van sociale ongelijkheid,

1:42:59.229,1:43:04.650
hoe groter de graad van onrecht in
de maatschappij,

1:43:04.650,1:43:07.659
en des te groter de destructie

1:43:07.659,1:43:12.479
van milieu
en arbeidskwaliteit er op volgt.

1:43:12.479,1:43:18.419
Marx accepteert dus de termen van het
klassieke politieke economie debat

1:43:18.419,1:43:26.829
om te laten zien, in hun
termen, dat ze fout zijn over de uitkomst.

1:43:26.829,1:43:30.920
Wat hij stap voor stap gaat bewijzen.

1:43:30.920,1:43:34.530
Maar aldus beperkt hij zich

1:43:34.530,1:43:37.570
tot de redenering dat de klassieke

1:43:37.570,1:43:41.059
condities, uitgezet met
Adam Smiths onzichtbare hand,

1:43:41.059,1:43:47.010
er zijn en zijn behaald.

1:43:47.010,1:43:50.809
Terwijl we weten, dat ze niet behaald
zijn en nooit zullen zijn.

1:43:50.809,1:43:56.109
Maar we moeten doorheen historische
perioden waar mensen ze probeerden te bereiken,

1:43:56.109,1:44:00.900
zoals bijvoorbeeld de laatste 30 jaren.

1:44:00.900,1:44:02.590
Wat Marx doet

1:44:02.590,1:44:07.370
is werkelijk proberen het deconstrueren

1:44:07.370,1:44:13.929
van de klassieke politieke economische
visie van de liberale bourgeoisie

1:44:13.929,1:44:20.929
om te laten zien dat het een zelfbediening is.

1:44:21.039,1:44:24.309
Maar dat geeft hem een probleem
en geeft ons een probleem.

1:44:24.309,1:44:28.539
Als we zijn analyse lezen, moeten we
voorzichtig zijn: spreekt hij over een reële

1:44:28.539,1:44:33.519
kapitalistische maatschappij, of over deze
theoretische maatschappij

1:44:33.519,1:44:35.449
waar Adam Smith van droomde,

1:44:35.449,1:44:39.099
en de klassieke politieke economen van dromen.

1:44:39.099,1:44:43.310
Soms interfereren de twee met elkaar,

1:44:43.310,1:44:44.909
soms verknoeien ze elkaar.

1:44:44.909,1:44:49.380
Daar moeten we op letten. Soms eindigt
hij met zaken die niet onrealistisch zijn,

1:44:49.380,1:44:54.380
precies om wille van deze veronderstelling.

1:44:54.380,1:44:55.629
Hier zijn we dan.

1:44:55.629,1:44:58.659
Onze tijd is op.

1:44:58.659,1:45:02.409
Volgende week wil ik dat je het
hoofdstuk over geld leest,

1:45:02.409,1:45:04.709
het gehele hoofdstuk over geld.

1:45:04.709,1:45:10.219
Denk na over de structuur.

1:45:10.219,1:45:13.309
Het is een erg moeilijk hoofdstuk,

1:45:13.309,1:45:18.709
een hoofdstuk waar bijna
iedereen het opgeeft.

1:45:18.709,1:45:20.539
Als je er door komt

1:45:20.539,1:45:22.459
zal je…

1:45:22.459,1:45:24.760
oké zijn.

1:45:24.760,1:45:28.519
Dus we gaan daar doorheen volgende keer, dank.

Unless otherwise stated, the content of this page is licensed under Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 3.0 License